donderdag 27 september 2012

Gekke Henkie?

De provincie Friesland kiest voor elektrisch aangedreven bussen uit China! Dat terwijl twee Nederlandse bedrijven, VDL en Heijmans, ook zulke schone bussen in de aanbieding hebben! Hoe is dit mogelijk?!
De Nederlandse overheid heeft miljoenen aan innovatiesubsidies gestoken in de ontwikkeling van de elektrisch aangedreven bus en Nederland loopt, samen met China, voorop in de ontwikkeling van dit schone vervoermiddel.

Den Haag belooft steeds weer dat zij haar taak als launching customer serieuzer zal nemen. Dat zou moeten betekenen dat de overheid meer in Nederland ontwikkelde en geproduceerde innovaties aankoopt.

Ook zou bij het aanbestedingsbeleid veel meer moeten worden gekeken naar de ‘total cost of ownership’ en niet alleen naar de aanschafprijs. Want wie verstandig is, kijkt ook naar de kosten en baten op termijn. Wat te denken van de werkgelegenheid die de bouw van deze elektrische bussen in Nederland zou opleveren plus de meerjarige service en onderhoud. In de huidige economische situatie en met de verwachtingen rond oplopende werkloosheid in de komende jaren, lijkt me dat een belangrijke overweging om mee te nemen in die kosten-batenanalyse. Een uitdaging ook voor Schiphol – met de overheid als belangrijk aandeelhouder – dat zestig elektrische bussen nodig heeft.

Wat bedrijven verder steekt is dat buitenlandse bedrijven zonder vestiging in China niet de Chinese markt opkomen door invoerrechten van soms honderd procent, terwijl andersom de Chinezen gewoon mogen meedoen aan Nederlandse aanbestedingen. Ik heb dat signaal vaker gekregen, bijvoorbeeld van bedrijven die in Brazilië aan de bak proberen te komen. Een schip van Nederlandse makelij naar Brazilië exporteren is niet te doen vanwege de hoge importtarieven, dus moet er lokaal worden geproduceerd. Daar profiteert de werkgelegenheid in Nederland dus ook niet van. FME gelooft niet in protectionisme, uiteindelijk is vrije wereldhandel ook in het belang van onze Nederlandse bedrijven, maar we willen natuurlijk wel een eerlijk speelveld.

Dat brengt me op het volgende probleem. De Chinezen concurreren met een flinke dosis staatssteun in de achterzak, die Nederlandse bedrijven niet hebben. Enkele weken geleden heeft een high level commissie een advies uitgebracht over exportfinanciering, waaruit blijkt dat Nederland hierin nog veel kan verbeteren. Niet door onbeperkt staatssteun aan Nederlandse bedrijven te bieden, maar door ruimere garanties voor exportfinanciering. De concurrentieregels die de OESO hiervoor heeft opgesteld bieden die ruimte.

Ik pleit er al langer voor om een krachtige minister van buitenlandse handel te benoemen, die dit soort handelsbelemmeringen stevig gaat aanpakken. Via de ‘Koninklijke route’ (de WTO en bilaterale handelsakkoorden), maar ook door de Chinezen hier rechtstreeks op aan te spreken. Dat red je niet met een parttime staatssecretaris zoals in de afgelopen kabinetsperiode, daarvoor heb je zware doorzettingskracht nodig, dus een zwaargewicht op het allerhoogste politieke niveau.

Kortom: We moeten, ook de komende kabinetsperiode, gaan voor de Nederlandse industrie en haar mooie bedrijven. We moeten de ruimte benutten die mogelijk is om exportfinanciering te verbeteren. We moeten de kansen grijpen en belemmeringen aan de orde stellen. En een veel actiever industriebeleid voeren. Want we zijn toch geen Gekke Henkie?

Bron: Mevrouw Ineke Dezentjé Hamming-Bluemink voorzitter FME/CWM

http://www.fme.nl/Actueel/Content/Weblog_voorzitter/Gekke_Henkie

Universele kanaal sterker dan dealerkanaal



 automonteur staand
Het aandeel van universele garages zal met zeker zes procent stijgen in de meeste West Europese landen. Dat zegt Boston Consulting Group (BCG) in een trendrapport over de Europese aftermarket, in opdracht van de Vereniging van Europese automobielfabrikanten (Acea). Vreemd is dat Acea het rapport in brede kring rondstuurt.
Het is verbazend, omdat het rapport aantoont dat het universele, merkonafhankelijke kanaal schijnbaar sterker is dan het dealerkanaal. Volgens de BCG zal het aandeel van het vrije kanaal alleen maar toenemen, gebaseerd op onderzoek in Groot-Brittannië, Italië, Polen, Frankrijk en Duitsland. Volgens het rapport zal het aandeel van universele garages met zeker zes procent stijgen.
Het is niet ondenkbaar dat Acea wil aantonen, dat de inspanningen van de Europese Commissie voor een vrijere reparatie- en onderhoudsmarkt hun vruchten hebben afgeworpen. Met dit wisselgeld zou Acea de aanhoudende discussie over de toegankelijkheid tot OE-data en de vragen rond de introductie van de E-call, iets in haar voordeel kunnen ombuigen.
Acea (European Automobile Manufacturers Association) (ACEA-artikel op website) als arme underdog tegen machtige universelen die zorgen voor prijsdruk op het merkgebonden kanaal! Dat is de teneur van het rapport en dat is ook meteen het welbekende addertje onder het gras.

Bron: After Sales Magazine

http://aftersalesmagazine.nl/nl/blog/item/universele_kanaal_sterker_dan_dealerkanaal/2938

dinsdag 25 september 2012

Rabobank, Aftersales na 100 jaar sales. (download rapport hier)




Het jaar 2012 is tot nu toe een taai jaar en de vooruitzichten voor 2013 zijn niet veel beter. Op alle fronten (nieuw, gebruikt en aftersales) neemt de omzet af. Het is van groot belang in actie te komen, zegt Rabobank in haar jongste sectorupdate automotive.
De automotive markt is deels voorspelbaar, cyclisch en vol pieken en dalen. Het leek er dit voorjaar op dat de daling in de aftersalesomzet als een donderslag kwam bij heldere hemel. Bovag meldde een terugval in aftersales van bijna zes procent over Q1 2012.
Aftersales vormt sinds jaar en dag de kurk voor het dealerbedrijf. Het aandeel van de omzet (uren en onderdelen) in de totale omzet is bescheiden (20 procent) maar het aandeel in de totale bruto marge ligt aanzienlijke hoger (>50 procent), een uiteindelijk risicovolle onbalans.
Een belangrijk kengetal in het dealerbedrijf is het absorptievermogen (de mate waarin de winst op aftersales de totale overheadkosten dekt). Drie jaar geleden (het rampjaar 2009) lag dit voor de branche net onder de 80 procent in 2010 klom dit tot boven de 90 procent, om vervolgens weg te glijden naar onder 85 procent in 2011 en onder de 80 procent in 2012. Een sterke daling dus, maar niet onverwacht. Het absorptievermogen daalde vanaf een piek van 93 procent in Q1 2010 elk kwartaal op rij. Niet alleen de crisis (lagere consumentenbestedingen e.d.) is de oorzaak van de daling, maar ook structurele trends zijn van grote invloed. Daarmee ligt een herstel in 2013 niet voor de hand.

Hoe verder? (bijna) niets doen


Een reactie zou kunnen zijn: het is al te laat, de daling is een feit, we redden wat er te redden is en hopen op betere tijden. Een risicovolle houding die we tegenkomen maar in ieder geval geen oplossingen biedt.
  • Saneren als basis voor de toekomst
    Binnen het bestaande businessmodel kan gezocht worden naar de nodige verbetering en optimalisatie (kosten omlaag, omzet wat in de plus), nuttig en vaak noodzakelijk in tijden van crisis. Denk aan reductie in werkplaatspersoneel/meters/bruggen en magazijn (meters en vooral kapitaal).
  • Product en prijs
    Commercieel/operationeel kan je werken aan de vorm, inhoud en prijs van producten en diensten (maar vergeet niet dat dan goed te communiceren, en beloftes ook echt waar te maken). Denk aan verlengde garanties c.q. onderhoudsschema's, pakketprijzen/transparantie, splitsing in hightechjobs en de meer routinematige werkzaamheden, uitbreiding naar andere auto-/mobiliteitsgerelateerde diensten, maatwerkoplossingen en prijsdifferentiatie voor oudere auto's horen hierbij.
  • Strategie
    Vaak is de combinatie van crisisbestrijding op korte termijn en strategische heroriëntatie (inclusief aansluiting op de echte trends) op langere termijn de goede combinatie. Denk hierbij aan een voor de markt herkenbare focus op de oudere auto en/of vreemde merken via een aparte universele formule (franchise of eigen). Dit kan werken mits vanuit overtuiging en ondernemerschap, met aandacht voor de kansen maar ook voor de risico's en valkuilen (gebrek aan universele cultuur en te veel merkdominantie, kannibalisering op bestaande omzet, kanaalconflicten, verwatering van imago, harde concurrentie en groeiende overcapaciteit, een te eenvoudige oplossing voor een probleem met onroerend goed etc.)
  • De wereld op zijn kop
    Je kunt grootse veranderingen starten door de samenwerking aan te gaan met andere spelers: dealers (intra- en interbrand), universelen, mobiliteitsproviders, verzekeraars. Maar dit vraagt om een fundamentele, en niet zo waarschijnlijke, herbezinning op de structuur van de markt en distributie, op de posities en identiteit van fabrikant, importeur en retailer. De herschikking/inkrimping van de dealernetwerken (al enkele jaren aan de gang en dat gaat nog wel even zo door) zou juist moeten worden aangegrepen om in sales en vooral in aftersales echt stappen te zetten naar een goed functionerend kwalitatief en gezond netwerk.

Ach ja, die klant

Uitgangspunt is dan niet de jacht op volumes, of die auto (merk, leeftijd, kilometerstand etc.) maar de mijnheer of mevrouw die die auto heeft, (soms) gebruikt en waardeert.
Vanuit dit klantperspectief is aftersales echt een verkeerde term, suggererend dat het er maar een beetje bij hangt. Als de aftersales de kurk is voor het autobedrijf, is het eigenlijk gek dat het vaak niet als de kern van het autobedrijf gezien wordt. Het gaat om het contact met de klant. Het wordt een strijd om de klant en sales voor de volle honderd procent, elke dag weer. En zo wordt aftersales eindelijk na 100 jaar sales, het werd tijd!

De Service Call

Zonder gepaste actie loopt de autodealer kans op die spreekwoordelijke emergency-call. De service-call voor het autobedrijf zou wat ons betreft verbinding moeten leggen met de accountant, adviseur, andere ondernemers (binnen en buiten de branche), importeur, branche-organisatie of bank. Het betrekken van andere partijen zorgt voor verfrissende hulp, inspiratie en kennis. Het tijdig inschakelen van zo’n hulplijn (service-call), kan ervoor zorgen dat de B-call achterwege blijft en het autobedrijf de komende jaren, in welke vorm dan ook, beter kan doorstaan.

Bron: Aftersales Magazine. Jos Veldhuisen.

Download hier PDF met alle cijfers en trends >>

Vakgarage nadert Kwik-Fit snel in Garageformule Top-35

De formule Vakgarage is nog maar één vestiging verwijderd van de tweede plaats van de Garageformule Top-35, opgesteld door marktanalysebureau Aumacon.
Aumacon-directeur Clem Dickmann (l.) overhandigde het eerste exemplaar aan  Marieke Groenveld (formulemanager Bosch Car Service) en Geurt van Uytert (midden, BCS-ondernemer en lid referentiegroep).  '
Aumacon-directeur Clem Dickmann (l.) overhandigde het eerste exemplaar aan Marieke Groenveld (formulemanager Bosch Car Service) en Geurt van Uytert (midden, BCS-ondernemer en lid referentiegroep).
 
Waar het netwerk van Kwik-Fit vrijwel ongewijzigd is gebleven, groeit dat van Vakgarage in rap tempo. Er zit nu nog maar één vestiging verschil tussen beide formules: 182 om 181 (vorig jaar: 180 om 148). Onaantastbaar is en blijft Bosch Car Service, met 382 vestigingen in Nederland.  
Zowel het aantal garageformules als de hoeveelheid deelnemende bedrijven is sinds vorig jaar behoorlijk gestegen, zegt samensteller Clem Dickmann. In totaal gaat het in ons land nu om 1.954 bedrijven. Behalve Vakgarage zijn ook formules als Requal en AutoCrew sterk gegroeid. Daarnaast noteert de Top-35 een groot aantal nieuwkomers. Autoservice Totaal en Starga springen daarbij qua deelnemersaantal het meest in het oog, al was het voor Starga nog spannend of men Dickmanns uitgave wel zou halen. De formule ging eind augustus nog failliet, maar werd kort nadien overgenomen.
Niet alle formules konden vorig jaar groei noteren. Otopartner, CarXpert en Speedy gingen zelfs stevig achteruit. Een enkele formule uit de 2011-editie komt zelfs helemaal niet meer terug in de nieuwe lijst - zoals de door franchisehuis The Alwaysbemobile Company gestaakte formule 1,2,3///Autoservice. Overigens meldt Aumacon in zijn uitgave dat Nederland eigenlijk minstens veertig formules ‘rijk' is, maar dat de uitrol met deelnemers hier en daar nog op zich laat wachten. Voorbeelden daarvan zijn De Garage, AutoROB en SternPoint: ze werden door de achterliggende dealerholdings weliswaar aangekondigd, maar beschikken nog nauwelijks over operationele vestigingen.

Bron: http://www.automobielmanagement.nl/nieuws/franchise-formules-automotive/nid15255-vakgarage-nadert-kwik-fit-snel-in-garageformule-top-35.html
 AUMACON Garageformule Top-35
aantal vestigingen
  
per 1 sept. 2012 (2011)
1
Bosch Car Service 
  382 (376)
2
Kwik-Fit 
  182 (180)
3
Vakgarage
  181 (148)
4
Profile Tyrecenter
  174 (171)
5
AD Autobedrijf
  133 (134)
6
Requal Erkend Reparateur
108 (45)
7
Euromaster
90 (91)
8
Otopartner
  89 (101)
9
AutoCrew
86 (51)
10
Autoservice Totaal
70 (-----
11
LeaseProf
62 (57)
12
Autofit
59 (58)
13
CarXpert
46 (54)
14
James Auto Service
37 (23)
15
Starga
35 (---)
16
Checkstar
30 (---)
17
James Lease Service
24 (---)
18
PCA
23 (22)
19
VETOS
19 (20)
20
VSR
15 (12)
21
Cosis
14 (14)
21
MBSG
14 (12)
23
A.T.U
10 (10)
24
Speedy
   8 (20)
24
Vovas
8 (-)
26
Quick Repair Service
  7 (6) 
26
Autogilde
 7 (-) 
26
Service Only
7 (6)
29
Athlon Car Lease Service Centre
6 (3)
29
Cars&Joy
6 (2)
29
Eurorepar
6 (-)
32
abc Autoservice
4 (4)
32
Drivein Car Service
4 (4)
32
Budget Service
4 (-)
35
EliteCar
3 (5)
   
   
 Bron: AUMACON Garageformule Top-35 2012

donderdag 20 september 2012

LOYALITEIT IS IN DE HELE KETEN NIET AF TE DWINGEN

Door: Jos Veldhuisen hoofdredacteur Aftersales Magazine.
  

Veel van wat we doen vertalen we in economische voor- en nadelen. Iedere afspraak die we maken moet 'iets' opleveren en mag niks kosten. Het is misschien een beetje kort door de bocht, maar we zijn wel geneigd zo te denken.
Zeker nu we van alle kanten horen dat we meer met minder moeten doen. Efficiency is tijdwinst, productiviteit, lagere kosten en meer marge. Maar marges staan onder druk en helaas is daardoor ook de kwaliteit van de zakelijke relaties onder druk komen te staan. In een verdringingsmarkt is de winst van de één, het verlies van de ander.
Het Latijnse woord pretium wordt vaak vertaald als prijs, maar betekent ook waarde. Als grondleggers van het Westerse economische denken realiseerden de oude Romeinen en zelfs de Grieken zich dat de prijs is gebaseerd op de waarde van het product of de dienst en niet alleen op vraag en aanbod. Een gezonde markt heeft gezonde marktpartijen, waarbij transacties vooral worden beoordeeld op de waarde voor beide partijen. Natuurlijk mag er best onderhandelingsruimte zijn, maar er moet voor koper en verkoper een bepaalde waarde (voldoende marge) overblijven. Overigens wordt die waarde mede bepaald door de relatie tussen beide partijen. Een slechte relatie levert per definitie een verliezer op, waarbij de sterkste partij het beste deel van de transactie naar zich toetrekt, namelijk de margecomponent. De prijs is het bewijs, is dan ook vooral een overwinningskreet geworden. Anders gezegd: wie de laagste prijs wil, hecht minder aan een goede relatie!
Onlangs had ik het met een fabrikant en distributeur over loyaliteit. Volgens hen is loyaliteit inmiddels een hard onderhandelingspunt is geworden, terwijl het eigenlijk de uitkomst van een wederzijdse prestatie zou moeten zijn. Onderdelenfabrikanten, importeurs, grossiers en garagebedrijven proberen op allerlei manieren de gewenste loyaliteit af te dwingen met afnamecontracten. Afspraken worden niet meer gemaakt op basis van vertrouwen. Er worden keiharde prestaties verlangd en afgesproken, waarbij niet (meer) wordt vertrouwd op het maximaliseren van inzet en prestatie. Eigenlijk zouden leveranciers en afnemers meer moeten geloven in de wederzijdse afhankelijkheid. Dan versterk je elkaars positie, terwijl partijen elkaar nu steeds vaker alleen maar verzwakken. De laagste prijs kan immers nooit de beste prestatie en relatie opleveren.

UNIVERSELEN WORDEN VOORBEREID OP START-STOP DOOR LEVERANCIERS

De komende jaren neemt het aantal auto’s met een start-stopsysteem toe. Leveranciers bereiden de garagisten er vast op voor. Zo blijkt er nog onwetendheid te zijn over welke vervangingsaccu je kunt gebruiken en of er diagnoseapparatuur nodig is.


In Autokompas nummer 11 informeren we de automotive aftermarket over wat hem te wachten staat en gaan we dieper in op de techniek achter start-stop systemen.
Lees het volledige artikel in de digitale editie (pdf).



http://www.veam.nl/mailings/september/Leveranciers_bereiden_aftermarket_voor_op_start-stop-systemen.pdf

woensdag 19 september 2012

VEEL AUTOMOBILISTEN VERWAARLOZEN BANDEN

Automobilisten rijden nog te vaak op beschadigde banden of banden met te weinig profiel.
Veel automobilisten verwaarlozen banden'
Veel automobilisten verwaarlozen banden
Dit concludeert de Duitse keuringsorganisatie KÜS (Kraftfahrzeug-Überwachungsorganisation freiberuflicher Kfz-Sachverständiger) naar aanleiding van onderzoek in het eerste halfjaar van 2012.
De resultaten van het onderzoek werden gepresenteerd tijdens de Automechanika. Hier meldde KÜS dat men alleen al in het eerste half jaar 16.464 auto's aantrof waarvan de profieldiepte minder was dan de wettelijk toegestane minimum waarde van 1,6 mm. Bovendien waren bij 13.141 van de onderzocht auto's de banden poreus of beschadigd. Bij 5.110 voertuigen waren er verkeerde banden gemonteerd.
De KÜS organisatie onderzocht in totaal 1,4 miljoen auto's in het eerste halfjaar 2012.

http://www.automobielmanagement.nl/nieuws/overige/nid15221-veel-automobilisten-verwaarlozen-banden.html

dinsdag 18 september 2012

MIVAR KOPPELT DRIVER AAN TOPMEC

Persbericht


Lienden, 17 september 2012

MivarGroup heeft garagepakket Driver gekoppeld aan TopMec

Als partner en leverancier van AuDaCon informatiesystemen stelt MivarGroup reeds actuele technische informatie, modificatieberichten en recall informatie ter beschikking in Driver. Hiermee is men in staat om voor alle gangbare merken onderhoud en reparaties volgens fabrieksspecificaties uit te voeren.
Met de introductie van de werkplaatstool TopMec komt deze informatie nog beter beschikbaar op de werkvloer en hebben de monteurs daarnaast direct toegang tot de werkorders die in Driver zijn voorbereid. De werkorders die in TopMec staan kunnen daarin worden aangevuld met bijvoorbeeld (extra) werkzaamheden en onderdelen, waarna de werkorder met Driver wordt gesynchroniseerd. Met de combinatie Driver en TopMec kan nog efficiënter worden gewerkt.
De officiële lancering van de koppeling vindt plaats op 19 en 26 september a.s. tijdens de Driver Roadshow.  Tijdens deze gezellige en informatieve bijeenkomst worden de gebruikers onder andere bijgepraat over de vernieuwingen in Driver. Het thema van de Driver Roadshow is "Klaar voor de toekomst" en daarbij kan een koppeling met TopMec uiteraard niet ontbreken.

Meer informatie
MivarGroup B.V.
www.mivargroup.nl
info@mivargroup.nl

OOK LUXEMBURG GAAT WINTERBANDEN VERPLICHTEN

In navolging van landen als Duitsland, Italië en Frankrijk, voert nu ook Luxemburg een winterbandenplicht in. Vanaf 1 oktober zijn alle motorvoertuigen er bij sneeuw en ijzel verplicht om op winterbanden te rijden. 
De verplichting geldt niet alleen voor in Luxemburg toegelaten voertuigen, maar ook voor auto's, bussen en vrachtwagens uit het buitenland.
Wie bij sneeuw of soortgelijke weersomstandigheden betrapt wordt op het rijden zonder winterbanden, krijgt een boete van 49 euro opgelegd. Automobilisten die een weg blokkeren omdat ze niet wegkomen op hun zomerbanden kunnen een boete van 74 euro aftikken.
Ook de Belgische regering overweegt een winterbandenverplichting in te stellen.

http://www.autokompas.nl/banden/item/13052-luxemburg-voert-winterbandenplicht-in

vrijdag 14 september 2012

KIJK UIT VOOR ECONOMISCH DELICT MET VERWIJDERINGSBIJDRAGE BANDEN


Steeds meer buitenlandse bandengrossiers, vooral uit Duitsland, zoeken klanten in ons land. Met name in de grensstreek worden garagebedrijven benaderd met aanbiedingen. Garages die hier op ingaan moeten echter wel alert zijn of leveranciers de verwijderingsof afvalbeheersbijdrage wel betalen.
Hebben deze leveranciers die bijdrage niet betaald, dan moeten garages dat zelf doen, want dan zijn ze in principe zelf de importeur van deze banden. Als de milieubijdrage niet wordt betaald, dan plegen namelijk niet de buitenlandse grossiers, maar de garages die deze banden kopen, een economisch delict. Dit geldt ook voor de aankoop van banden via sommige webshops. Dat kan achteraf veel geld kosten.
De meeste Nederlandse webshops, maar ook enkele buitenlandse online aanbieders voldoen in overleg met BEM wel de verwijderingsbijdrage, maar lang niet iedere buitenlandse aanbieder volgt dat voorbeeld. Helaas ligt de 'zwarte piet' dan bij het garagebedrijf. Garagebedrijven hebben dan ook de verantwoordelijkheid om bij de leverancier te informeren (en bevestigd te krijgen) dat deze de BEM-bijdrage voldoet.

Overtreding

De Nederlandse bandenbranche heeft ruim acht jaar geleden besloten om gezamenlijk voor een beter milieu zorg te dragen via het Besluit Beheer Autobanden. In dit Besluit zijn afspraken gemaakt over een verantwoorde afvoer en verwerking van oude autobanden.

http://aftersalesmagazine.nl/nl/blog/item/uitkijken_voor_economisch_delict/2892

KOPPELING ESITRONIC MET Mijngrossier.nl



Bosch en Van Heck hebben op een persbijeenkomst officieel de koppeling tussen Bosch ESItronic en Mijngrossier.nl gepresenteerd. Johan van der Hoeven van Van Heck zei te verwachten dat de koppeling zorgt voor een efficiëntere manier van werken.

Bosch en Van Heck lanceerden in juni de koppeling tussen Bosch ESI(tronic) en Mijngrossier.nl. Hiermee kan de monteur bij het stellen van een diagnose met een Bosch KTS tester direct onderdelen bestellen via mijngrossier.nl en de aanvullende technische informatie raadplegen.

Eerder op hoogte
“Auto’s worden complexer, maar ze komen ook steeds eerder in universele werkplaatsen terecht”, aldus Van der Hoeven. “Dat betekent dat garagisten steeds eerder op de hoogte moeten zijn van de nieuwste technieken en van nieuwe auto’s direct alle informatie moeten hebben. Dat betekent voor ons dat we binnen zes maanden nadat een auto de markt opkomt, de onderdelen zoals remblokken voor die auto op voorraad moeten hebben.”

Volgens Van der Hoeven worden ict-toepassingen, zoals de koppeling tussen Mijngrossier en ESItronic, voor de werkplaats steeds belangrijker. “Er wordt steeds meer van het garagabedrijf gevraagd. Je moet steeds meer merken en modellen kunnen onderhouden. Wij kunnen ze daarbij ondersteunen door hulpmiddelen te ontwikkelen. De retourstroom in de aftermarket is bijna tien procent. Door dit soort koppelingen kan dit percentage een stuk naar beneden.”

Klik hieronder voor de video.

http://youtu.be/TShENYB_Udw

dinsdag 11 september 2012

COMPLEET KWALITATIEF BUDGETGAMMA SLIJTDELEN DOOR TOEVOEGING QUINTON HAZELL AAN MIJNGROSSIER

Sator Holding uit Schiedam, moedermaatschappij van onder andere Van Heck, Havam, Nipparts, Van Heck Interpieces, Harrems Tools en Hartsant, nam begin september alle distributieve activiteiten van Quinton Hazell uit Nieuwegein over en de QH-merkrechten voor de Benelux.

Martijn van der Eijk, ceo van Sator Holding: "De overname van Quinton Hazell past in de strategie om onze marktpositie en die van onze business partners te versterken door een verdere schaalvergroting."
De overname door Sator is wederom een bewijs dat schaalvergroting noodzakelijk is om groei te kunnen blijven realiseren in de relatief verzadigde Nederlandse onderdelenmarkt. Maar ook om de internationale positie in de onderdelendistributie te versterken. Sator is behalve in Nederland, ook actief in België, Luxemburg en Frankrijk (Van Heck Interpieces), Groot-Brittannië (Unipart) en Duitsland (Nipparts). Wat ons land betreft zal naar verwachting het aantal distributeurs van enige omvang verder afnemen. De groten worden groter omdat schaalgrootte belangrijk is om op diverse fronten schaalvoordelen te behalen en de competitiviteit te kunnen blijven vergroten.
In onderstaand interview licht Van Eijk toe waarom Quinton Hazell goed past binnen de huidige activiteiten van Sator Holding.
Waarom deze deal?
MvdE: "We willen in het verlengde van onze A-merken productlijnen, de grossiers uit het business partner netwerk van Van Heck en Havam, een compleet kwalitatief budgetgamma slijtdelen aanbieden. Dat kunnen we in de breedte in één keer met Quinton Hazell bewerkstelligen. Wij gaan de Quinton Hazell producten als een scherp geprijsd private label positioneren."
Is dat nodig?
MvdE: "Ja, de markt vraagt om zo'n strategie. Zowel consumenten als garagebedrijven zijn voor oudere jaargangen auto’s en minder complexe reparaties, op zoek naar oplossingen die met een beperkt budget kunnen worden ingevuld. De druk op de portemonnee van de consument wordt groter. Wil je deze klanten behouden als garagebedrijf, dan is een andere prijs-prestatieverhouding noodzakelijk. Als distributeur en grossier moet je die vraag honoreren."
Kun je iets over cijfers zeggen?
MvdE: "Quinton Hazell is een gezonde onderneming met een dito rendement. Over individuele ondernemingen van onze groep publiceren we zelden cijfers. Het resultaat van QH telt maar beperkt mee, aangezien de omzet maar voor een paar maanden wordt meegeconsolideerd. Voor de groep verwachten we op het omzetniveau van vorig jaar uit te komen (ongeveer 320 miljoen euro, red.), mits de marktomstandigheden in het laatste kwartaal niet teveel verslechteren. De druk op de markt is dit jaar namelijk groot, zeker in Nederland."
Hoe promoten jullie QH straks?
MvdE: "Naast Tecdoc, zullen de producten van Quinton Hazell in H-base en Parts Base worden opgenomen. Een geselecteerde range van Quinton Hazell artikelgroepen zal in Mijngrossier worden opgenomen. Garagebedrijven kunnen via Mijngrossier.nl de QH-productlijnen direct bij hun grossier bestellen, wat de zichtbaarheid van de QH producten in de markt enorm zal vergroten. Het is vooral de bedoeling dat onze business partners op individuele schaal de mogelijkheden met het QH-assortiment gaan promoten."
Wat zijn de gevolgen voor jullie recent geïntroduceerde Unipart productlijnen?
MvdE: "We gaan niet verder met de uitrol van Unipart. We kiezen duidelijk voor Quinton Hazell. Een derde lijn zou teveel van het goede zijn."
Gaat Havam de lijn ook aanbieden?
MvdE: "Een groot deel van het huidige klantenbestand van Quinton Hazell is ook klant bij Havam. Het spreekt voor zich dat deze klanten gewoon beleverd blijven worden en Havam het in haar garagebestelsysteem opneemt."
Wat merken bestaande QH-grossiers van de overname?
MvdE: "Bestaande relaties van Quinton Hazell kunnen hun bestellingen in Nieuwegein blijven plaatsen, zoals ze gewend zijn. Wij houden Quinton Hazell als een bestaande operatie in stand. Ook de ondersteuning via de diverse depots in het land blijft gehandhaafd. Sator-manager Jan van Doorn zal de dagelijkse leiding op zich nemen als general manager."
Is er sprake van synergie of kannibalisme ten aanzien van de A-merken?
MvdE: “A-merken blijven leidend binnen Sator. We maken keuzes per productgroep wat we, naast de A-merken, ook in QH gaan aanbieden in de catalogi van Van Heck en Havam. De vraag uit de markt is bepalend. Dat zal dus pas op termijn inzichtelijk worden.”
Jullie laten de Klariusproducten buiten de overname.
MvdE: "De Klarius productgroepen uitlaten en katalysatoren hebben hun eigen branding en vallen dus buiten de merknaam QH. Een dubbele voorraad uitlaten aanhouden is niet denkbeeldig."
Speelt Van Heck-Interpieces nog een rol?
MvdE: "Wij hebben het merkrecht van Quinton Hazell voor de gehele Benelux. In België en Luxemburg heeft Quinton Hazell een heel andere positionering dan in Nederland. Vooral marketingtechnisch zullen we bij de Zuiderburen eerst aan de slag moeten. En ja, dat zal uiteraard via Van Heck Interpieces in Vilvoorde gaan gebeuren."