maandag 17 november 2014

Informatie avonden GMTO trainingsprogramma bij VEAM zeer druk bezocht, Technische Automotive opleidingen bij u om de hoek!

VEAM organiseert in samenwerking met het opleidingsinstituut GMTO op diverse locaties “gratis informatie avonden” voor haar klanten waarvoor een overweldigende belangstelling bestaat.

De eerste avonden in de VEAM vestiging Drachten 27 oktober, Heerenveen 3 november en Groningen 10 november mochten bepaald niet klagen over belangstelling en de volgende avonden Raalte 17 november en Emmeloord 24 november lopen ook al behoorlijk vol.

Op deze avond wordt u volledig geïnformeerd over de verschillende opleidingsprogramma’s welke VEAM in samenwerking met GMTO kan aanbieden. Een belangrijk voordeel in de samenwerking tussen VEAM en GMTO is het feit dat alle trainingsmodules door onze klanten gevolgd kunnen worden in de regio bij een VEAM vestiging, dus dicht bij huis.

Ook aan de inwendige mens en onderling even lekker bijpraten wordt de nodige aandacht besteed.



















zondag 28 september 2014

Zeer gezellige en geslaagde barbecues met onze klanten



De afgelopen weken hebben wij op 4 van onze vestigingen weer de jaarlijkse BBQ's gehouden voor onze klanten. De verzorging van de inwendige mens durven wij prima te noemen, het weer is goed, de opkomst is super en de gezelligheid groot.

Deze week houden we de 5e en laatste in Almelo. Onderstaand een paar sfeerfoto's uit Emmeloord.

Wij bedanken alle klanten voor de komst, de gegunde opdrachten en het vertrouwen en hebben er ook deze week weer zin in.

Team VEAM.










vrijdag 30 mei 2014

Overname VEAM, Primaparts, Heuts, Slager en Cartal-Rijsbergen definitief.



De aangekondigde overname van vijf grote grossiers door LKQ/Sator Holding is definitief. Dit betekent dat de automaterialengrossiers Rijsbergen-Cartal, Heuts, Slager, Veam en Primaparts nu deel uit maken van Sator Holding.

Samen beschikken deze vijf bedrijven over een netwerk met 52 vestigingen met 850 medewerkers en een actuele jaaromzet van ruim 180 miljoen euro. De omzet van Sator Holding komt daarmee uit op ruim 500 miljoen euro.

Robert Wagman, President van de LKQ Corporation: “Deze overname versterkt ons distributienetwerk in Nederland en draagt bij aan de strategie die we voor Europa hebben ontwikkeld.”

Adriaan Roggeveen, ceo van Sator Holding; “De consolidatiegolf die zich binnen de automotive aftermarket in Europa aftekent was een belangrijk signaal voor een ieder die bij deze transactie betrokken was. Uitbreiding van ons netwerk naar 75 vestigingen met een landelijke dekking blijft onverkort ons doel.”

Over de voorwaarden en de prijs van de vijf overnames worden geen nadere mededelingen gedaan.

Aftersalesmagazine: 30 mei 2014.

maandag 12 mei 2014

Open huis VEAM Raalte erg succesvol, bijna 400 klanten en relaties mochten wij ontvangen, zie foto overzicht.



Het open huis van onze vestiging Raalte dat is gehouden op vrijdag 9 - en zaterdag 10 mei is zeer succesvol geweest. Wij mochten bijna 400 klanten en relaties ontvangen. Wij hebben op deze manier ons enorm brede assortiment maximaal onder de aandacht kunnen brengen. In Raalte voeren wij de unieke combinatie van een zeer uitgebreid industrie - en automotive assortiment dat voor alle professionele doelgroepen toegankelijk en snel beschikbaar is.

Wij zijn alle bezoekers hiervoor erkentelijk en willen naast de collega's ook onze leveranciers hartelijk bedanken voor hun bijdrage aan het succes.



















woensdag 16 april 2014

VEAM neemt Leoparts in Almelo over.






De grossiersgroep Veam, binnenkort onderdeel van LKQ-Sator, neemt automaterialengrossier en AD-partner Leoparts uit Almelo over.

De gesprekken tussen Gerrit Veenstra van Veam, Marcel Slomp en Angelique Kunst van Leoparts, waren al een aantal maanden onderweg toen LKQ-Sator zich bij Veam melde. Gerrit Veenstra: “Dat was gelukkig geen drempel in de onderhandelingen, eerder een bevestiging van onze visie over de noodzakelijkheid van schaalvergroting in de onderdelendistributie. Het management van Veam en Leoparts ligt geheel op dezelfde lijn in de opvatting dat krachtenbundeling belangrijk is om de continuïteit voor de ondernemingen op lange termijn en de concurrentiepositie van hun klanten, de auto- en garagebedrijven, te kunnen blijven garanderen. Het nationale speelveld wordt steeds competitiever en het is voor zowel Leoparts als Veam duidelijk dat schaalgrootte nodig is om te kunnen profiteren van schaalvoordelen.”

Leoparts brengt naast dertien medewerkers een rendabele omzet van ruim drie miljoen euro mee. Alle medewerkers gaan mee over. Veenstra: “Het is weer een strategische overname die naadloos past in ons groeiplan. Leoparts is actief in een regio waar nog voldoende groeiperspectief aanwezig is en aansluit op ons bewerkingsgebied. Wat ik heel belangrijk vind, is dat de cultuur en de moraal van Leoparts hetzelfde zijn als bij Veam. Kortom, een veel belovende acquisitie waar we blij mee zijn.”

After Sales Magazine, 16 april 2014

maandag 14 april 2014

Het waarom van de overname van VEAM door Sator-LKQ door Adriaan Roggeveen





Geplaatst op: 14 april 2014 12:47, door: Jos Veldhuisen Hoofdredacteur After Sales Magazine


De overname van de automaterialengrossiers Cartal-Rijsbergen, Heuts, Slager, Veam en Primaparts afgelopen vrijdag is vooral getriggerd door de concentraties die zich in de markt aftekenen. "Iedereen kan waarnemen dat er een consolidatieslag gaande is, die zal uitmonden in minder, maar vooral grotere partijen", zegt Adriaan Roggeveen als ceo van LKQ-Sator in een exclusief gesprek met Aftersales Magazine.

“Wie de vakbladen van het afgelopen jaar heeft gevolgd, ziet een golf van overnames en concentraties. Daar kunnen wij als belangrijke marktpartij de ogen niet voor sluiten. Daarom hebben wij, gestimuleerd door onze moedermaatschappij, gekozen voor voorwaartse integratie. Dat was nodig om de duurzaamheid van ons businessmodel te waarborgen”, aldus Roggeveen.

De nu overgenomen grossiersgroepen tellen in totaal 52 vestigingen (850 medewerkers) en realiseren een omzet van ruim 180 miljoen euro. Zij nemen daarmee een groot deel van de omzet van Van Hecks Business Partner Netwerk voor hun rekening. In ons land zal vooral Adriaan Roggeveen als representant van LKQ Europe tekst en uitleg moeten gaan geven. En dat doet hij alvast met een interview in Aftersales Magazine.

De eerste vraag is de bekende open deur; waarom?

“Binnen de LKQ filosofie zien we graag korte lijnen tussen de klant en de producten en diensten die wij leveren. Grote afnemers leveren een kwetsbaar businessmodel op. De onderlinge afhankelijkheid is, voor zowel de grossier als voor Sator groot. Dat vindt onze Amerikaanse aandeelhouder nou niet bepaald sustainable. Het risico dat een belangrijke partner om welke reden dan ook onverwacht in andere handen komt, wordt dan onaanvaardbaar groot. Daarnaast is het zo dat we in de sterk concurrentiegevoelige aftermarket snel willen kunnen schakelen. En hoe korter de communicatieketen des te makkelijker dat is. Omgekeerd zagen de grossiers ook de onontkoombaarheid van consolidatie in dit marktsegment. Dat realisme leefde zeker bij de vijf die we nu overnemen. Natuurlijk denkt elke ondernemer na over andere scenario’s voor de toekomst. Dat geldt zeker voor professionele bedrijven als deze vijf. Maar ze zien in dat de concentratie die nu in LKQ verband ontstaat, de meeste kansen biedt. De uitvoering van een eigen plan B zou tot grotere risico’s en onzekerheid leiden.”

Jullie zien dus meer in een two-step businessmodel?

“Nee, bepaald niet. Het verschil tussen two-step en three-step is nogal theoretisch. Wat mij betreft is dat een verouderde discussie uit de vorige eeuw. Fysiek is er niet eens een alternatief voor three-step. De handling van de goederenstroom vereist altijd drie stappen. Een drie-stappen model kan net zo concurrerend zijn, als je het maar goed organiseert en doublures in kosten weet te voorkomen. Dat heeft Van Heck met haar Business Partner Netwerk al meer dan een halve eeuw bewezen. Wij denken dat juist een hybride model, dus een twee- en drie-stappenmodel naast elkaar, mogelijk is. Het wordt ook regionaal bepaald. In de dealerwereld bestaat dat al jaren. Pon en Louwman hebben directe controle over een belangrijk deel van hun netwerken. Ik zie niet in waarom dat in onze sector niet zou kunnen.”

Een jaar geleden werd de strategie van nu nog ontkend?

“Klopt, toen keken we er ook nog anders tegen aan. De veranderingen en schaalvergroting in Europa gaan echter razendsnel. Om ons heen worden de krachten gebundeld. In de Benelux en Engeland lijkt LKQ wel groot, maar in Duitsland, Frankrijk, Groot-Brittannië, Polen en Scandinavië zijn er inmiddels nog veel grotere grossiersgroepen actief. Het is te verwachten dat de relatief kleine Nederlandse aftermarket uiteindelijk ook het doelwit wordt van grossiersgroepen uit bijvoorbeeld Duitsland, Frankrijk of Zweden. Die partijen willen we, wat betreft de acquisitiemogelijkheden, nu een stap voor zijn. Niet de sterkste, maar degene die zich het beste aanpast aan veranderende omstandigheden, zal overleven. Was het niet Darwin die dat beweerde?”

Wat levert dit het auto- en garagebedrijf eigenlijk op?

“De reparatie- en onderhoudsmarkt wordt structureel kleiner. Een veranderend autogebruik en een hogere kwaliteit zorgen voor een continue druk op de aftersalesactiviteiten. Omdat er relatief veel werkplaatsen zijn, wordt de concurrentie heviger en gaat als gevolg daarvan de prijsdruk omhoog. Een gevolg van de economische wet van vraag en aanbod. Tegelijkertijd moet je investeren in een hogere servicegraad, de onderdelenbeschikbaarheid, trainingen, online activiteiten en marketing. En als straks de telematicaconcepten zich aandienen ben je als grote partij eerder in staat om de consument het gewenste verhoogde serviceniveau te bieden. Dat geldt overigens voor zowel garagebedrijven als grossiers. Door de keten grotendeels in één hand te houden kan hier synergievoordeel worden gerealiseerd. En dat komt ten goede aan het auto- en garagebedrijf. We maken daarmee het garagebedrijf sterker in de strijd om de werkplaatsklant.”

De 52 grossiersvestigingen dekken niet de totale markt. Betekent dat meer overnames?

“Jazeker. We hebben nog zeker een twintig vestigingen nodig om een landelijk dekkend netwerk te completeren. Wie de landkaart met onze geografische spreiding bekijkt zou gemakkelijk conclusies kunnen trekken, maar een goede relatie met een regionale speler hoeft niet per se te betekenen dat we daar met een eigen vestiging vertegenwoordigd willen zijn. Overigens is er de laatste tijd sprake van een permanente stroom van bedrijven die zich aanbieden voor overname. Er zitten dus ook al een paar potentiële overnames in de pijplijn. Vroeger brachten wij die steeds onder bij anderen uit ons Business Partner Netwerk, maar daarmee neemt onze kwetsbaarheid toe”.

Waarom deze vijf grossiersgroepen?

“Om te beginnen zijn het allemaal bedrijven van naam en faam. Bedrijven die binnen de cultuur passen die we in de afgelopen jaren samen ontwikkeld hebben. Met deze automaterialengrossiers zijn we nu rond. Daar gaat nu het Due Diligence onderzoek (boekenonderzoek, red.) van start. Als beursgenoteerde onderneming met een Amerikaanse moeder, moeten we de financiële en juridische aspecten van de overname loepzuiver in beeld hebben. Er lopen daarnaast gesprekken met een paar andere partijen. Maar door te wachten komt er wellicht een geruchtenstroom op gang over de ondernemingen waar we rond mee zijn, en dat willen we vóór zijn.”

“Overigens blijven Heuts, Slager, Cartal- Rijsbergen, Primaparts en Veam op de gebruikelijke manier de markt bewerken. Gewoon met hun eigen identiteit en naam. Natuurlijk zullen ze gezamenlijk gaan zoeken naar synergie en gebruik maken van de best practises binnen de groep. Maar vertrouwde namen en beeldmerken zullen gewoon blijven. Het management van deze bedrijven heeft zich gecommitteerd om op hun post te blijven en samen te bouwen aan de uitdagingen die markt brengt.”

Kunnen jullie iets zeggen over de overnameprijs?

“Daar doen we geen mededelingen over. Dat is ook afgesproken met de verkopers. Wie daar nieuwsgierig naar is, adviseer ik de jaarcijfers van LKQ over 2014 te analyseren. De transparantie voor beursgenoteerde ondernemingen in de VS is immers enorm.”

Wat wordt de positie van de andere grossiers uit jullie diverse netwerken?

“Die blijft hetzelfde. Nu al opereren we via verschillende netwerken. Het gaat er ons voornamelijk om, samen met hen, concurrerend te zijn ten opzichte van andere marktpartijen. Dat geldt ook voor hun klanten, de auto- en garagebedrijven. We willen iedere schakel in de keten, richting werkplaatsklant, versterken.”

Welke reactie verwachten jullie van de concurrentie?

“Wat wij doen is eigenlijk een reactie op wat potentiële concurrenten in het buitenland aan het doen zijn. In Nederland denk ik dat de schaalvergroting nu een stimulans krijgt en dus verder door zal zetten. Ik denk dat wat wij nu doen, iets is waar anderen aan denken of al mee bezig zijn. De geluiden die ik opvang over concentraties bij Brezan en AD wijzen ook in die richting. Overigens volkomen begrijpelijk en waarschijnlijk onvermijdelijk. Dat wij nu als eerste de grote stap zetten past binnen onze bedrijfscultuur. Daar was door de jaren heen het credo : zorg dat het gebeurt en vermijd dat het je overkomt. Voorop lopen bij ontwikkelingen zit in onze genen.”

Welke rol blijft er over voor het resterende deel van het Business Partner Netwerk?

“Dat ligt deels aan de grossiers zelf. Zij kunnen met onze support uiteraard hun regionale slagkracht behouden en versterken. Anderzijds is het een optie dat zij of een deel van hen, zich bij ons eigen netwerk aansluiten. Voorop staat dat we met z’n allen – garagebedrijf en grossier – een sterke positie ten opzichte van de concurrentie gaan innemen. Nogmaals, de markt groeit niet meer, dus zal de druk toenemen. Daar kan je op wachten of proactief op inspelen.”

Zijn er gevolgen voor de werkplaatsconcepten waarmee Sator en de Vrooam afspraken hebben?

“Ons doel is om de auto- en garagebedrijven die klant van ons netwerk zijn, te versterken. Dat geldt ook voor de ondernemers binnen de diverse werkplaatsconcepten die we ondersteunen. Tenslotte hebben wij er alle belang bij dat onze klanten groeien door een betere marktpositie.”

Gaan jullie nu ook garages overnemen, bijvoorbeeld een ketenconcept?

“Een leuke gedachte, maar dat lijkt me echt een brug te ver. Het gaat ook te ver om ons van zelfmoordneigingen te verdenken. Stel die vraag in 2030 nog maar eens aan mijn opvolgers.”

Komt er voor de overgenomen grossiers een uniforme naamgeving?

“Nee zeker niet. Het zijn zonder uitzondering klinkende namen met een grote waarde. Het zou dom zijn om het jarenlang opgebouwde imago opzij te zetten. Overigens is dat ook de algemeen heersende opvatting binnen LKQ. Van de 180 overnames die zij sinds 1998 realiseerden, operen de meeste bedrijven nog gewoon onder hun vertrouwde naam.”

Hoe lang heeft het overnameproces geduurd?

“Relatief kort, want iedereen die de aftermarket volgt, weet dat je gezien de internationale concurrentie die aanstaande is, niet te lang om de hete brij moet blijven draaien. Bovendien zagen we in sommige landen de overnametrend in een stroomversnelling komen. Zowel voor de overgenomen grossiers als voor LKQ was het zaak de regie over de eigen toekomst in de hand te houden en snel tot zaken te komen.”

Zal LKQ ook in België of Frankrijk deze overnamestrategie gaan volgen?

“Dat kan, maar je kunt niet in alle landen dezelfde manier van werken of distributiemethodiek hanteren. Ik sluit overnames niet uit, maar het is geen must. Ook in andere landen zijn overnames mogelijk. Bij LKQ staat de radar altijd aan.”

zondag 13 april 2014

The morning after..... door Jos Veldhuizen







Door Jos Veldhuisen hoofdredacteur After Sales Magazine.
De week eindigde met een donderslag bij heldere hemel. Na een te warme winter nu een stormachtig begin van de zakelijke lente. Vijf grote grossiers worden overgenomen door de Amerikaanse overnamestrategen van LKQ.

Deze overname van de vijf grote grossiers uit het Vroaam-netwerk door LKQ-Sator was gisterenmiddag natuurlijk de grote nieuwsbom in de autobranche, specifiek de aftermarket. De keuze voor een voorwaartse integratie is natuurlijk niet nieuw, Brezan werkt al zo. Toch zet de overname van Heuts, Slager, Cartal-Rijsbergen, Veam en Primaparts de branche als geheel op scherp. Want een kortere keten betekent ook sneller schakelen naar auto- en garagebedrijven. Samen beschikken de vijf automaterialengrossiers over een netwerk van 52 vestigingen met 850 medewerkers en een actuele jaaromzet van ruim 180 miljoen euro. De omzet van Sator Holding komt daarmee uit op ruim 500 miljoen euro. En de overnames gaan door, want Adriaan Roggeveen stelde gisteren dat op korte termijn een netwerk van 70-75 vestigingen het doel is.

De overname is ongetwijfeld gestimuleerd door concentraties die zich in de markt aftekenen. Zowel nationaal als internationaal is er een consolidatieslag gaande of in voorbereiding. Dat zal ongetwijfeld uitmonden in minder, maar vooral grotere partijen. Met de overname kiest Sator (moedermaatschappij van o.a. Van Heck, Havam, Kühne en Harrems) voor een hybride businessmodel, want naast het eigen two-step netwerk blijft een breed net van zelfstandige groothandelsbedrijven beleverd worden (three-step distribution). Belangrijk is de boodschap dat door de keten grotendeels in één hand te houden, er synergievoordeel (lees dit ongetwijfeld ook als prijsvoordeel) wordt gerealiseerd. Wat ten goede komt aan het auto- en garagebedrijf.

"We maken het garagebedrijf sterker in de strijd om de werkplaatsklant", stelt Roggeveen. Kortom, op veel kantoren zal de komende week de strategie worden geëvolueerd.



vrijdag 11 april 2014

VEAM vormt samen met Heuts, Slager, Cartal Rijsbergen en PrimaParts nieuwe grossiersketen van 52 vestigingen met bijna landelijke dekking.



P E R S B E R I C H T

Sator-LKQ kiest voor voorwaartse integratie in Nederland

Sator Holding heeft overeenstemming bereikt met de aandeelhouders van Cartal-Rijsbergen, Heuts, Primaparts, Slager en Veam over de overname van deze groothandelsbedrijven. Samen beschikken deze vijf bedrijven over een netwerk met 52 vestigingen waarin 850 medewerkers werkzaam zijn en waarin een omzet van ruim 180 miljoen Euro per jaar wordt gerealiseerd. Over de overnameprijs wordt geen mededeling gedaan.

Sator Holding behoort sinds Mei 2013 tot het op de Nasdaq genoteerde LKQ, een Automotive Aftermarket toeleverancier met een omzet van meer dan vijf miljard dollar. Binnen Europa behoort ook het Britse EuroCarParts tot LKQ.

De overname kwam tot stand na een intensieve dialoog tussen Sator en een aantal van haar grootste afnemers in Nederland. Daarbij werd duidelijk dat de wederzijdse afhankelijkheid groot was en zagen alle betrokkenen in dat deze vorm van “voorwaartse integratie” voor de hand liggend was voor zowel Sator als de betrokken bedrijven. “De consolidatiegolf die zich momenteel binnen Europa aftekent was een belangrijk signaal voor een ieder die bij deze afweging betrokken was” aldus Adriaan Roggeveen, CEO van Sator Holding.

Hybride business model

Met de overname kiest Sator (moedermaatschappij van o.a. Van Heck, Havam, Kühne en Harrems) voor een hybride business model, waarbij naast het eigen netwerk (two-step) ook een breed net van zelfstandige groothandelsbedrijven wordt beleverd (three-step distribution). Adriaan Roggeveen, benadrukt dat de discussie over een twee-staps en een drie-staps business model nogal theoretisch is. “Voor zover het om de fysieke distributie gaat is er in beide gevallen sprake van drie stappen (Fabrikant-Warehouse Distributor- Grossier-Garage)”, aldus Roggeveen.

Vertrouwde namen blijven bestaan

Cartal-Rijsbergen, Heuts, Primaparts Slager en Veam zullen als vanouds onder hun eigen naam zelfstandig blijven opereren. Dat strookt volledig met de traditie binnen LKQ, waar het leeuwendeel van de 180 overgenomen bedrijven sinds 1998, nog steeds onder haar oorspronkelijke naam opereert. Dat geldt overigens ook voor het management, dat binnen de door LKQ overgenomen bedrijven op haar post blijft. “Het management van de vijf Nederlandse ondernemingen heeft zich zonder uitzondering gecommitteerd om aan te blijven en gezamenlijk te bouwen aan nieuwe uitdagingen en kansen”, aldus Adriaan Roggeveen. De vijf bedrijven zullen uiteraard wel gezamenlijk zoeken naar synergie en hun “best practices” delen.

Verder groeien van 52 naar 75 vestigingen

De vijf overgenomen bedrijven zijn met hun 52 vestigingen goed gespreid over Nederland. Sator streeft ernaar het netwerk op korte termijn uit te breiden met 20-25 vestigingen, om daarmee een volledige geografische dekking in Nederland te realiseren.

België en Frankrijk

Er bestaat geen concreet voornemen een dergelijke consolidatieslag ook in België en Frankrijk te maken. “Daarvoor verschillen deze markten teveel van de Nederlandse situatie. “Met name in België is er sprake van een groot aantal kleinschalige groothandelsoutlets. Daar stimuleren en faciliteren wij juist onze Business Partners om door overnames van regionale spelers de stap naar grootschaligheid te maken”, aldus Roggeveen.

Closing

Partijen streven ernaar de transacties vóór 30 Mei 2014 af te ronden. De vereiste meldingen en adviesaanvragen bij de ACM (Autoriteit Consument & Markt) en werknemersvertegenwoordigingen zijn in gang gezet. Met het boekenonderzoek is eveneens een aanvang gemaakt.

donderdag 27 maart 2014

De eerste indruk is bepalend voor het vervolg, orde en netheid op de werkvloer.


Deventer, 26 maart 2014, door Rolf elling hoofdredacteur vraag en Aanbod.

Het valt ons op de redactie regelmatig ten deel. Op bezoek gaan bij bedrijven die met de meest uiteenlopende projecten of opdrachten bezig zijn. Of het nu gaat om de installatie van een nieuwe machine, het opzetten van een automatiseringslijn of een nieuwe visie op het ondernemerschap, we komen graag bij de dames en heren langs om het op te tekenen en het ‘wereldkundig’ te maken via onze geijkte kanalen, de weekkrant, de nieuwsbrieven en de website.

Daar zijn we immers voor. Maar hierbij vergeten we ook de brancheverenigingen en aanpalende organisaties in de maakindustrie niet. Natuurlijk niet. Deze berichtgeving zetten we neer in een onafhankelijk kader. Met hetzelfde doel als de reportages die we maken bij de bedrijven. Het melden van die ontwikkelingen waar wellicht collega ondernemers hun voordeel mee kunnen doen. Niet om te komen tot uniformering, nee maar wel om elkaar te ondersteunen en als Nederlandse maakindustrie een eenheid te vormen.

Natuurlijk, concurrentie is goed en hoort er bij, zo lang als deze maar in alle eerlijkheid en oprechtheid gebeurt. Dit zal in lang niet alle gevallen zo zijn, maar toch heb ik de hoop dat dit in zijn algemeenheid best goed gaat. ‘We', de Nederlandse ondernemers, gunnen elkaar wel het goede.

Zoals gezegd, we bezoeken dus veel bedrijven en organisaties. En het is wel eens frappant om de verschillen te zien in de bedrijfsruimten zelf. Het ene bedrijf heeft alles spik en span voor elkaar en je zou er bij wijze van spreken van de vloer kunnen eten, terwijl je bij een ander bedrijf met je schoenzolen vol spaanders vertrekt. En dan houd ik me nog in. Toch is dit wel een punt dat de aandacht verdient, vind ik.

De eerste indruk die je als bedrijf kunt maken, is toch wel vaak bepalend voor het succes van het binnenhalen van een order. En als het een grote smeerboel is - ik chargeer het even - dan werkt dit echt niet in het voordeel van u als ondernemer. Natuurlijk mogen bezoekers best zien dat er wordt gewerkt, maar het is vaak een kleine moeite om de zaak een ander aanzien te geven.



Rolf Elling

woensdag 5 maart 2014

Foto impressie vestiging Raalte





Showroom



Indruk van 2300 m2 magazijn en showroom



Automaterialen, automaterialen en gereedschappen



Kantoor



De inrichting van de Toolshop



Gedore gereedschappenwand

maandag 3 maart 2014

Verhuizing VEAM Raalte ook een feit, collega's gefeliciteerd en bedankt!



Na de verhuizing van VEAM Bedego in december naar de nieuwe locatie in Raalte is het afgelopen weekend ook de vestiging Raalte verhuisd. Op de Acacialaan bieden wij nu een ongekend breed en diep assortiment voor alle professionele doelgroepen.

De verhuizingen hebben heel wat gevraagd van onze teams. "Tussen de bedrijven door" is net iets teveel gezegd, maar de business ging normaal door zodat onze klanten weinig tot geen hinder hebben ondervonden.

Een compliment is meer dan op z'n plaats, het is klasse wat er gepresteerd is! Iets om trots op te zijn. Dit geldt ook voor de leveranciers die ons met veel enthousiasme gesteund en geholpen hebben.

Wij hebben er alle vertrouwen erin dat de samenvoeging grote voordelen voor onze klanten zal hebben, in de hele regio wordt een dergelijk assortiment niet geboden.

In mei wordt een open huis georganiseerd om het een en ander aan de klanten te tonen en het heffen van het glas op de goede afloop van deze berenklus en het succes voor de toekomst zal zeker niet ontbreken.

Onderstaand een aantal foto's van de verhuizing van het pand van KAWE naar het pand van voorheen Karwei.

Zie ook: http://veamblog.blogspot.nl/2014/03/foto-impressie-vestiging-raalte.html

http://veamblog.blogspot.nl/2013/11/veam-oosterlaar-en-veam-bedego.html 

http://veamblog.blogspot.nl/2013/12/inrichting-nieuwe-locatie-raalte.html



Met de telefoonontvanger op het hoofd, bellen, verhuizen en eten.



Lege vakken, dat is op de Acacialaan wel anders..


Ontmantelde showroom


Zeer binnenkort meer foto's, maar dan van de nieuwe locatie.

woensdag 26 februari 2014

Lorch heeft wereldpremière met lassen aan de accu op Techni-Show 2014




Noordwijk, 24 februari 2014.

Lorch heeft met de accu variant van zijn elektrodenlasapparaat Lorch MicorStick 160 een wereldpremiere. Deze lascombinatie last op het 230 V lichtnet en met het bijbehorende accupack MobilPower 1 met Lithium Ion hoogvermogen accu's voor het lassen met wel 21 beklede elektroden. Hierdoor is het mogelijk op plekken te lassen waar een aansluiting op het lichtnet ontbreekt.

'Een prototype van deze accu variant werd op de beurs Schweissen und Schneiden in Essen reeds getoond. Maar met de introductie op de Techni-Show wordt deze lascombiatie vanaf medio maart Europabreed leverbaar', vertelt Michael Jak, directeur van Lorch. 'Vanaf die datum hebben al onze leveranciers in Nederland (en België) een starterspakket zodat ze demonstraties kunnen geven.'

Geen verstand van accu's

'We liepen al wel langer met dit idee maar dat was tot nu toe niet uitvoerbaar vanwege de mogelijkheden van de accu. Dat liep vast op het vermogen, gewicht en prijs van de accu's', weet Jak. 'Wij weten alles over lasapparatuur, maar hebben geen kennis van accu's. Daarom zijn we op accugebied een samenwerking aangegaan met Sanyo (onderdeel van Panasonic). Dat resulteerde in het accupack MobilPower 1, die een stuk lichter is en een hoog vermogen kan leveren. Qua vermogen kun je de MobilPower 1 vergelijken met 40 maal de kracht van een tegenwoordige accuboormachine. En het gewicht van de accupack bedraagt slecht 7 kg, samen met de 5 kg van de Lorch MicorStick 160 bedraagt het gewicht van de combi 12 kg', rekent Jak voor. Door dit relatief lage gewicht is het draagbaar en kan het op de rug worden meegedragen (zie foto).

'Tot slot over de prijs, deze accu variant is geen goedkope oplossing maar altijd nog een stuk goedkoper dan een generator', aldus Jak.

Lassen aan de accu

De gepatenteerde Micor-invertertechnologie van het elektrodenlasapparaat MicorStick garandeert een stabiele en drukvolle vlamboog voor de beste lasresultaten aan 230V lichtnet - ook bij grote netschommelingen of gebruik aan de generator. MicorStick verbonden aan het krachtige accupack van Lorch maakt lassen zonder 230V lichtnet of generator mogelijk.

Met de accu variant kan de MicorStick 160 zowel op het 230V lichtnet als aan de accupack MobilPower 1 worden aangesloten. De Lithium Ion hoogvermogen accu's in de MobilPower 1 leveren de stroom voor het lassen van 21 beklede elektroden met een diameter van 2,5 x 350 mm en ongeveer 9 beklede elektroden van 3,2 x 350 mm.

Of de MicorStick 160 nu aangesloten is aan het 230V lichtnet of aan de MobilPower 1, de stroombron herkent dit automatisch en regelt de gevraagde lasstroom. De MobilPower 1 kan binnen 3 uur worden opgeladen aan het 230V lichtnet met de MobilCharger, met en is met een gewicht van slechts 6 kilogram gemakkelijk te transporteren.

Lorch staat op de Techni-Show 2014 in hal 10, stand C023.





donderdag 20 februari 2014

MINERVA autobanden NIEUW in ons assortiment.



VEAM start met Minerva banden.


Minerva is al meer dan 20 jaar een bekend budget merk in Europa. Sinds de introductie in 1992 heeft het merk een sterke reputatie en rijke historie opgebouwd.

In 2007 besliste de importeur om Minerva meer slagkracht te geven, en zo een betere continuïteit en ontwikkeling te garanderen. Sindsdien werkt zij samen met 2 producenten, één in Azië en één in Europa. Daardoor konden zij het maten pakket sterk uitbreiden (zie overzicht), zowel in zomer als in winterbanden. Bovendien garandeert Minerva dat het programma optimaal wordt ontwikkelt voor de Europese markten, waarbij zij enkel tevreden zijn met het hoogste niveau qua kwaliteit en assortiment.

Met meer dan 1 miljoen verkochte banden per jaar, is Minerva in Europa uitgegroeid tot hét budget merk bij uitstek.

Koopt u een Minerva band dan koopt u kwaliteit tegen een budget prijs!

In onze webshop op www.veam.nl vindt u de prijzen, maatvoeringen en voorraden.

Feiten over Minerva:

  • Zeer sterke ontwikkeling van het maten pakket (zie onderstaande tabel); 
  • Private label sinds 1992 (Bewijs van lange termijn ontwikkeling); 
  • Stabiliteit bij hoge snelheden en lage rolweerstand; 
  • Goede handling in droge en natte omstandigheden; 
  • Enorme en constante beschikbaarheid; 
  • De beste prijs kwaliteit verhouding; 
  • Gemakkelijk te verkopen en een gezonde marge te behalen; 





Beschikbare profielen:














maandag 27 januari 2014

Dezentjé: "Blijf uit comfortzone nu economie aantrekt"

"Nu er weer wat groei in de economie zit, is het aanlokkelijk rustiger aan te doen met bezuinigen en hervormen. Maar pas op voor achterover leunen."

"Aan het begin van het nieuwe jaar kijken we achterom en spreken de onzekere verwachting uit dat het nieuwe jaar voorspoed brengt. Niet raar dus dat de vele mediaberichten de afgelopen weken gaan over hoop op economisch herstel. Maar we moeten ons niet in slaap laten sussen. We zijn in een nieuwe economische realiteit beland, waarin innoveren en hervormen meer dan ooit nodig is.

Bedrijven durven weer te investeren, steeds meer burgers halen de hand van de knip en het vertrouwen van ondernemers en gezinnen in de economie groeit met de dag. De AEX breekt door de 400 puntengrens. In het verleden was herstel op de beurs vaak een voorbode voor herstel van de reële economie. Het Sociaal en Cultureel Planbureau vatte de stand van het land kernachtig samen: Nederlanders zijn minder somber over de economische toekomst.

Na jaren economische malaise, hervormingen en miljardenbezuinigingen snakken we naar positieve berichten over onze economie. Het is tijd om hoopvol vooruit te kijken en dit lijkt niet ongegrond. Ook bij mijn achterban, de technologische industrie, geven diverse indicatoren aan dat herstel in het verschiet ligt. Uit de FME-conjunctuurenquête blijkt dat ondernemers in de technologische industrie verwachten dat er medio 2014 weer sprake is van economische groei. De recente NEVI-inkoopmanagersindex lijkt dit te ondersteunen: de Nederlandse industrie maakte in december de meest forse groei door sinds april 2011.

Ik kijk vol vertrouwen naar de toekomst. Maar ik negeer waarschuwende signalen niet. Het Centre for Economics and Business Research voorspelt dat onze economie van de achttiende plek wereldwijd nu, afglijdt naar plaats 30 in 2028. Het is toekomstkijken, maar een belangrijk signaal. De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) stelde in een lijvig rapport over de verdienkracht van de economie ook al dat het voor Nederland ‘tijd is om uit de comfortzone te stappen’.

De WRR heeft gelijk: we zijn in een nieuwe economische realiteit beland en daar moeten we niet te makkelijk over denken. Het groeivermogen wordt steeds meer bepaald door innovatiekracht, de tucht van internationale markten en het vermogen van bedrijven om daar snel en flexibel op in te spelen.

We kunnen het ons niet veroorloven om stil te staan en toe te kijken hoe de wereld om ons heen verandert. Maar ik vrees dat we, met zicht op economisch herstel en moe van bezuinigingen en hervormingen, achterover gaan leunen en in slaap sukkelen. Met de gemeenteraadsverkiezingen in aantocht is het gevaar groot dat politici het beginnende herstel aangrijpen om noodzakelijke hervormingen te verzachten of zelfs uit te stellen. Het herstel is broos en echt niet in elke sector of elk bedrijf gaat het goed. Belangrijker nog: er wachten grote structurele opgaven om het ook in de toekomst te redden als land.

Doorpakken met hervormen is geen vraag, het is een noodzaak. Ik denk dan bijvoorbeeld aan heuse stappen maken met innovatiegericht inkopen door de overheid. De overheid kan veel meer dan nu haar rol als eerste gebruiker van nieuwe producten en technieken pakken. Deze machtige inkoper neemt een grote diversiteit aan producten af: van straatverlichting tot veiligheid via ICT-systemen en van nieuwe gebouwen tot voertuigen. Je hoeft niet traditioneel in te kopen, je kunt ook een deel van de middelen inzetten voor wat risicovoller investeringen. Dat vraagt om lef en visie, maar juist dát is een belangrijke stimulans voor innovatie.

Ook is het zaak dat er een moderniseringsslag wordt gemaakt bij de totstandkoming van collectieve arbeidsvoorwaarden. Voor het draagvlak van dit soort afspraken is het noodzakelijk dat alle werknemers, ook de jongeren, zich optimaal vertegenwoordigd voelen. Daar moeten we ons hard voor maken. Daarnaast moet, om snel en flexibel te kunnen inspelen op de nieuwe economische realiteit, optimaal ruimte worden geboden aan maatwerk voor bedrijven en werknemers.

En om in de eredivisie van de export te blijven meespelen, moet echt werk worden gemaakt van een gelijk speelveld op exportfinancieringsgebied. Nederlandse kapitaalgoederenexporteurs verliezen structureel concurrentiekracht zolang andere landen hun bedrijven aantrekkelijker financieringscondities aanbieden.

Om te zorgen dat we een speler van formaat op de wereldmarkt blijven, moeten we blijven hervormen en volop ruimte blijven geven aan innovatie."


Dit opinieartikel van FME-voorzitter Ineke Dezentjé Hamming-Bluemink is gepubliceerd in de Nederlandse regionale dagbladen.

dinsdag 7 januari 2014

Bedrijven investeren bijna 5 procent meer


Den Haag,

6 januari 2014

In oktober 2013 was het volume van de bedrijfsinvesteringen in materiële vaste activa 4,6 procent groter dan in oktober 2012. Voor het eerst sinds juli 2012 liggen de bedrijfsinvesteringen hoger dan een jaar eerder.

Dat is voor een belangrijk deel toe te schrijven aan de bouwinvesteringen en de investeringen in personenauto's en machines, aldus het Centraal Bureau voor de Statistiek, CBS. De stijging van de autoverkopen heeft te maken met fiscale maatregelen. Per 1 januari 2014 worden de CO2-grenswaarden opnieuw aangescherpt. Dit kan leiden tot een verhoging van BPM en zakelijke bijtelling. Om te profiteren van een lagere bijtelling halen veel zakelijke rijders de aanschaf van een personenauto naar voren.

Bovendien waren de autoverkopen vorig jaar oktober mogelijk extra laag vanwege belastingmaatregelen die per 1 juli 2012 ingingen. Ook toen werden de CO2-grenswaarden aangescherpt.

www.cbs.nl

Ontzorgen komt in 2014 tot wasdom



Selfie is gekozen tot woord van het jaar 2013. Dit is een gefotografeerd zelfportret, meestal gemaakt met een digitale camera of een smartphone. Hierbij is de foto genomen door de persoon die erop afgebeeld staat. Eén van de kenmerken is dat op de foto te zien is dat de persoon die is afgebeeld de camera vasthoudt. Het gebruik is vooral populair bij jongeren.

Wat de redactie van Vraag en Aanbod betreft is er ook een woord binnen de maakindustie dat eruit springt. We hebben dan ook gemeend om ‘ontzorgen' tot het maakwoord van 2013 uit te roepen. Zonder enige twijfel overigens. We kwamen het woord ontzorgen in elk geval stelselmatig tegen in de gesprekken met ondernemers tijdens onze oliebolleninterviews, eind vorig jaar.

De dames en heren ondernemers noemden steevast dat ontzorgen een van de belangrijkste speerpunten is binnen hun onderneming. Doorvragend kom je dan bij de opzet en aanpak richting de opdrachtgevers, de klanten.

Met stuk voor stuk goede praktijkvoorbeelden mag worden geconcludeerd dat de ondernemers het woord ontzorgen meer dan waar maken. De klant centraal stellen en zijn probleem het jouwe maken, het lijkt zo voor de hand liggend. Toch zien we dat bedrijven hiermee de afgelopen jaren behoorlijk hebben geworsteld. Het ligt natuurlijk ook aan wat de klant wil.

Is ontzorgen nu een ordinair modewoord met een prachtige betekenis of heeft het daadwerkelijk inhoud. Binnen de Nederlandse maakindustrie hou ik het vooral op het laatste.

De term ontzorgen is niet nieuw. Het woord wordt vaak gebruikt om mensen te ontlasten van zorgen die te maken hebben met administratie, lastige procedures, regels die het leven gemakkelijker maken. Maar nu komen we het dus ook veel tegen in de maakindustrie. De klant ontzorgen in de breedste zin van het woord. Meedenken, meedoen, snel schakelen, er dus bovenop zitten. Dit wil - en eist - de klant van tegenwoordig. En het uiteindelijke resultaat moet en ook nog perfect uitzien.

Kortom, in 2014 lijkt het ontzorgen zich door te gaan zetten en zal volledig tot wasdom komen.

Blog Rolf Elling, hoofdredacteur vraag en Aanbod.