maandag 27 januari 2014

Dezentjé: "Blijf uit comfortzone nu economie aantrekt"

"Nu er weer wat groei in de economie zit, is het aanlokkelijk rustiger aan te doen met bezuinigen en hervormen. Maar pas op voor achterover leunen."

"Aan het begin van het nieuwe jaar kijken we achterom en spreken de onzekere verwachting uit dat het nieuwe jaar voorspoed brengt. Niet raar dus dat de vele mediaberichten de afgelopen weken gaan over hoop op economisch herstel. Maar we moeten ons niet in slaap laten sussen. We zijn in een nieuwe economische realiteit beland, waarin innoveren en hervormen meer dan ooit nodig is.

Bedrijven durven weer te investeren, steeds meer burgers halen de hand van de knip en het vertrouwen van ondernemers en gezinnen in de economie groeit met de dag. De AEX breekt door de 400 puntengrens. In het verleden was herstel op de beurs vaak een voorbode voor herstel van de reële economie. Het Sociaal en Cultureel Planbureau vatte de stand van het land kernachtig samen: Nederlanders zijn minder somber over de economische toekomst.

Na jaren economische malaise, hervormingen en miljardenbezuinigingen snakken we naar positieve berichten over onze economie. Het is tijd om hoopvol vooruit te kijken en dit lijkt niet ongegrond. Ook bij mijn achterban, de technologische industrie, geven diverse indicatoren aan dat herstel in het verschiet ligt. Uit de FME-conjunctuurenquête blijkt dat ondernemers in de technologische industrie verwachten dat er medio 2014 weer sprake is van economische groei. De recente NEVI-inkoopmanagersindex lijkt dit te ondersteunen: de Nederlandse industrie maakte in december de meest forse groei door sinds april 2011.

Ik kijk vol vertrouwen naar de toekomst. Maar ik negeer waarschuwende signalen niet. Het Centre for Economics and Business Research voorspelt dat onze economie van de achttiende plek wereldwijd nu, afglijdt naar plaats 30 in 2028. Het is toekomstkijken, maar een belangrijk signaal. De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) stelde in een lijvig rapport over de verdienkracht van de economie ook al dat het voor Nederland ‘tijd is om uit de comfortzone te stappen’.

De WRR heeft gelijk: we zijn in een nieuwe economische realiteit beland en daar moeten we niet te makkelijk over denken. Het groeivermogen wordt steeds meer bepaald door innovatiekracht, de tucht van internationale markten en het vermogen van bedrijven om daar snel en flexibel op in te spelen.

We kunnen het ons niet veroorloven om stil te staan en toe te kijken hoe de wereld om ons heen verandert. Maar ik vrees dat we, met zicht op economisch herstel en moe van bezuinigingen en hervormingen, achterover gaan leunen en in slaap sukkelen. Met de gemeenteraadsverkiezingen in aantocht is het gevaar groot dat politici het beginnende herstel aangrijpen om noodzakelijke hervormingen te verzachten of zelfs uit te stellen. Het herstel is broos en echt niet in elke sector of elk bedrijf gaat het goed. Belangrijker nog: er wachten grote structurele opgaven om het ook in de toekomst te redden als land.

Doorpakken met hervormen is geen vraag, het is een noodzaak. Ik denk dan bijvoorbeeld aan heuse stappen maken met innovatiegericht inkopen door de overheid. De overheid kan veel meer dan nu haar rol als eerste gebruiker van nieuwe producten en technieken pakken. Deze machtige inkoper neemt een grote diversiteit aan producten af: van straatverlichting tot veiligheid via ICT-systemen en van nieuwe gebouwen tot voertuigen. Je hoeft niet traditioneel in te kopen, je kunt ook een deel van de middelen inzetten voor wat risicovoller investeringen. Dat vraagt om lef en visie, maar juist dát is een belangrijke stimulans voor innovatie.

Ook is het zaak dat er een moderniseringsslag wordt gemaakt bij de totstandkoming van collectieve arbeidsvoorwaarden. Voor het draagvlak van dit soort afspraken is het noodzakelijk dat alle werknemers, ook de jongeren, zich optimaal vertegenwoordigd voelen. Daar moeten we ons hard voor maken. Daarnaast moet, om snel en flexibel te kunnen inspelen op de nieuwe economische realiteit, optimaal ruimte worden geboden aan maatwerk voor bedrijven en werknemers.

En om in de eredivisie van de export te blijven meespelen, moet echt werk worden gemaakt van een gelijk speelveld op exportfinancieringsgebied. Nederlandse kapitaalgoederenexporteurs verliezen structureel concurrentiekracht zolang andere landen hun bedrijven aantrekkelijker financieringscondities aanbieden.

Om te zorgen dat we een speler van formaat op de wereldmarkt blijven, moeten we blijven hervormen en volop ruimte blijven geven aan innovatie."


Dit opinieartikel van FME-voorzitter Ineke Dezentjé Hamming-Bluemink is gepubliceerd in de Nederlandse regionale dagbladen.

dinsdag 7 januari 2014

Bedrijven investeren bijna 5 procent meer


Den Haag,

6 januari 2014

In oktober 2013 was het volume van de bedrijfsinvesteringen in materiële vaste activa 4,6 procent groter dan in oktober 2012. Voor het eerst sinds juli 2012 liggen de bedrijfsinvesteringen hoger dan een jaar eerder.

Dat is voor een belangrijk deel toe te schrijven aan de bouwinvesteringen en de investeringen in personenauto's en machines, aldus het Centraal Bureau voor de Statistiek, CBS. De stijging van de autoverkopen heeft te maken met fiscale maatregelen. Per 1 januari 2014 worden de CO2-grenswaarden opnieuw aangescherpt. Dit kan leiden tot een verhoging van BPM en zakelijke bijtelling. Om te profiteren van een lagere bijtelling halen veel zakelijke rijders de aanschaf van een personenauto naar voren.

Bovendien waren de autoverkopen vorig jaar oktober mogelijk extra laag vanwege belastingmaatregelen die per 1 juli 2012 ingingen. Ook toen werden de CO2-grenswaarden aangescherpt.

www.cbs.nl

Ontzorgen komt in 2014 tot wasdom



Selfie is gekozen tot woord van het jaar 2013. Dit is een gefotografeerd zelfportret, meestal gemaakt met een digitale camera of een smartphone. Hierbij is de foto genomen door de persoon die erop afgebeeld staat. Eén van de kenmerken is dat op de foto te zien is dat de persoon die is afgebeeld de camera vasthoudt. Het gebruik is vooral populair bij jongeren.

Wat de redactie van Vraag en Aanbod betreft is er ook een woord binnen de maakindustie dat eruit springt. We hebben dan ook gemeend om ‘ontzorgen' tot het maakwoord van 2013 uit te roepen. Zonder enige twijfel overigens. We kwamen het woord ontzorgen in elk geval stelselmatig tegen in de gesprekken met ondernemers tijdens onze oliebolleninterviews, eind vorig jaar.

De dames en heren ondernemers noemden steevast dat ontzorgen een van de belangrijkste speerpunten is binnen hun onderneming. Doorvragend kom je dan bij de opzet en aanpak richting de opdrachtgevers, de klanten.

Met stuk voor stuk goede praktijkvoorbeelden mag worden geconcludeerd dat de ondernemers het woord ontzorgen meer dan waar maken. De klant centraal stellen en zijn probleem het jouwe maken, het lijkt zo voor de hand liggend. Toch zien we dat bedrijven hiermee de afgelopen jaren behoorlijk hebben geworsteld. Het ligt natuurlijk ook aan wat de klant wil.

Is ontzorgen nu een ordinair modewoord met een prachtige betekenis of heeft het daadwerkelijk inhoud. Binnen de Nederlandse maakindustrie hou ik het vooral op het laatste.

De term ontzorgen is niet nieuw. Het woord wordt vaak gebruikt om mensen te ontlasten van zorgen die te maken hebben met administratie, lastige procedures, regels die het leven gemakkelijker maken. Maar nu komen we het dus ook veel tegen in de maakindustrie. De klant ontzorgen in de breedste zin van het woord. Meedenken, meedoen, snel schakelen, er dus bovenop zitten. Dit wil - en eist - de klant van tegenwoordig. En het uiteindelijke resultaat moet en ook nog perfect uitzien.

Kortom, in 2014 lijkt het ontzorgen zich door te gaan zetten en zal volledig tot wasdom komen.

Blog Rolf Elling, hoofdredacteur vraag en Aanbod.