dinsdag 30 oktober 2012

Innoveren is meetellen

Column: Innovatie gaat hand in hand met flexibiliteit


23 oktober 2012
Als je als ondernemer niet innoveert, tel je binnenkort niet meer mee. Dit is de overtuiging van vele deskundigen die zich bemoeien met de Nederlandse maakindustrie.
Maar gelukkig  komt deze stelling niet alleen van zeg maar de buitenstaanders. Nee, ook de heren en dames ondernemers zelf zijn deze mening toegedaan.  
Toch lijkt het er op dat het ene bedrijf er veel beter in slaagt dan het andere. Dit heeft natuurlijk zo zijn redenen. Het innoverend vermogen moet in het ondernemershart aanwezig zijn, de markten waarin je als bedrijf opereert moeten innovatie toelaten en je moet het lef hebben om innovatief bezig te zijn.
 
Het innovatiehart binnen de Nederlandse maakindustrie is zeker en vast aanwezig. Dat staat als een paal boven water. Deze gedachten werden overigens gesterkt door de uitspraken van Ronald Boekhout, CEO van ING in Duitsland. Hij sprak tijdens het T&U congres dat vorige week is gehouden. Het event dat elk jaar wordt georganiseerd door NEVAT, Nederlandse algemene toeleveranciers, droeg als titel: Alles draait om flexibiliteit.
 
Maar even terug naar Boekhout. In zijn toespraak gaf hij aan dat Nederland het gaat maken in Duitsland. Er liggen vooral vele marktkansen in het sterke economische zuiden van Duitsland en dan vooral in Baden-Württemberg/Beieren.
 
Na zijn relaas heb ik hem toch maar even gevraagd hoe het dan zit met de toeleveranciers vanuit de Duits sprekende landen als Oostenrijk en Zwitserland. ‘Uiteraard leveren ook zij toe aan de Zuid-Duitse bedrijven, maar ze zijn lang niet zo innovatief als de Nederlandse toeleverende industrie.'
Kijk, en dat was voor mij een mooi statement. Daar kunnen we als Nederland wel wat mee, toch?
 
Bovendien komt ook uit het onderzoek van de ING naar voren dat juist de Nederlandse flexibiliteit één van de onderscheidende concurrentiefactoren is die vooral kracht kunnen krijgen in de Duitse maakindustrie.
 
Dames en heren ondernemers : succes.
 
Rolf Elling, hoofdredacteur
Reageren? E-mail: rolfelling@vraagenaanbod.nl.

woensdag 24 oktober 2012

EU wil Europese wetgeving winterbanden

 


Er moet één Europese winterbandenwetgeving komen voor alle EU-lidstaten. Dit zei Szabolcs Schmidt, hoofd van de Europese veiligheidscommissie, tijdens een bijeenkomst in het Europese Parlement.
Volgens Schmidt dragen winterbanden bij aan de verbetering van de verkeersveiligheid. Daarom kondigde hij een studie aan naar de rol van banden voor een grotere verkeersveiligheid. Maar om tot een Europese wetgeving te komen moeten de Europese lidstaten wel komen tot een eenduidige Europese definitie van de winterband: “Elke EU lidstaat moet vaststellen hoe de wetgeving het beste aansluit bij de locale klimatologische omstandigheden“, aldus Fazilet Cinaralp, secretaris-generaal van de ETMRA. Hiervoor zei zij erop aan te dringen dat de EU-leden in november overeenstemming hebben over een eenduidige definitie voor de winterband.
De bijeenkomst in het Europese Parlement was op initiatief van de Mobivia Groupe, een internationale organisatie voor duurzame mobiliteit, met steun van de European Tyre and Rubber Manufacturers Association (ETRMA).

Bron: Bandenportaal

Nieuws

Onderhouden van onderhoud

Het was volle bak in de Grote Kerk in Breda, tijdens het Jaarcongres van het Dutch Institute World Class Maintenance. Dat het zo druk was, beschouwde ik als een mooi signaal van het grote belang dat aan onderhoud moet worden gehecht.
Onderhoud komt vaak pas ter sprake als het mis gaat. Neem de sluis bij Eefde die naar beneden stortte. Tot die dag was de waarde van het onderhoud aan de sluis niet direct zichtbaar. Pas toen uitgebreid verslag werd gedaan van de economische schade die ontstond doordat schepen hun lading niet konden leveren, werd men zich er ineens van bewust dat dit debacle had kunnen worden voorkomen als er belang was gehecht aan goed onderhoud. Het is jammer dat er zo’n incident nodig is om het belang van de maintenance sector zichtbaar te maken.

Opmerkelijk is ook dat onderhoud nog vaak wordt geassocieerd met olie en vet. Een volstrekt achterhaald beeld. Onderhoud is tegenwoordig super innovatief en geavanceerd. Denk aan de ruimtevaart of andere high tech sectoren. Een mooi voorbeeld is ASML. De chipmachines die dit hightech bedrijf produceert zijn uiterst complex. De standaard onderhoudstechnieken volstaan dan niet. In nauwe samenwerking met de Technische Universiteit Eindhoven heeft ASML een methode ontwikkeld waarbij door middel van data-analyse kan worden bepaald waar en wanneer onderhoud nodig is. Daar komt geen druppel olie en geen spoortje vet aan te pas.

Er is nog een andere ontwikkeling van belang. Consumenten – of dat nu overheden, bedrijven of burgers zijn – kijken steeds meer naar de waarde van producten. De aanschafprijs is niet langer allesbepalend. Nee, we willen weten hoe lang een product meegaat, hoe duurzaam het is, wat er nodig is om het probleemloos te kunnen blijven gebruiken. De ‘total cost of ownership’ zoals dat heet, zal dan ook leidend worden bij het bepalen van welk product men koopt.

Daarom is zaak al tijdens het ontwerp van een product rekening te houden met het onderhoud, want daarmee worden de totale kosten beperkt. Dat gebeurt gelukkig in toenemende mate, maar het moet nog beter. Dat kan alleen als alle betrokken partijen de krachten bundelen.

Daarom juich ik het initiatief toe van FME-branche Profion (de branchevereniging voor industrieel onderhoud) om rond de tafel te gaan zitten met andere FME-branches die onderhoud hoog op de agenda hebben staan. Doel is het opzetten van een onderhoudsnetwerk binnen de technologische industrie. We kunnen nog veel van elkaar leren. De luchtvaart loopt bijvoorbeeld al jaren voorop met wereldwijde standaards en zeer gedetailleerde informatie-uitwisseling.

Krachtenbundeling is cruciaal voor het versterken van zowel de positie als de verdienkracht van de maintenance sector én van de technologische industrie. Want als elk bedrijf of elke subsector zijn eigen koers vaart en steeds zijn eigen wiel moet uitvinden, dan is dan niet efficiënt en niet effectief. We moeten de versnippering tegengaan en als één blok de sector op de kaart zetten.

Bron: Mevrouw Ineke Dezentjé Hamming-Bluemink voorzitter FME/CWM

BOSCH ESI(tronic), meer gebruiksgemak

Bosch heeft het gebruiksgemak en de structuur van zijn wijdverspreide diagnosesoftware ESI[tronic] sterk vereenvoudigd.

Dankzij de nieuwe gebruikersinterface van ESI[tronic] 2.0 verlopen de zoekopdrachten sneller en kan de gezochte informatie met een paar klikken gevonden worden. Na een correcte identificatie heeft de gebruiker rechtstreeks toegang tot de diagnosegegevens van het voertuig. Het systeem toont een volledig overzicht van alle informatie voor diagnose, foutopsporing en reparatie, onderverdeeld per thema en per opgeslagen foutmelding. Rechtstreekse links laten een snelle navigatie tussen de verschillende soorten informatie toe. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk om meteen van de diagnoseresultaten naar de foutopsporingshandleiding te switchen en omgekeerd. Bovendien heeft de ESI[tronic]-software van Bosch dezelfde interface voor zowel personenauto’s als bedrijfsvoeruigen. Online updates zorgen voor een regelmatige actualisering van de nieuwe ESI[tronic] 2.0 software, waardoor monteurs steeds over up-to-date gegevens beschikken.

Tijdswinst bij diagnose en foutopsporing
De nieuwe ESI[tronic] 2.0 interface vereenvoudigt ook het gebruik van de KTS-diagnosetoestellen van Bosch, waardoor onderhoud en reparatie sneller, efficiënter en dus rendabeler uitgevoerd worden. Gebruikers kunnen nu rechtstreeks van de diagnose met een uitlezing van de opgeslagen foutmeldingen overgaan tot een foutopsporing of een controle van de onderdelen. De monteur heeft op die manier toegang tot alle relevante informatie voor de gegeven foutmelding of voor het systeem waaraan hij aan het werken is, en kan hij met één klik van de ene bron van informatie naar de andere wisselen. Wanneer hij de onderdelencatalogus wil raadplegen om een vervangonderdeel te vinden, wordt de informatie over het voertuig automatisch doorgestuurd en ziet hij de catalogus in de vertrouwde interface.

Diagnosesoftware Bosch ESI[tronic] is wereldwijd nummer één
Ongeveer 75.000 autowerkplaatsen in meer dan 100 landen gebruiken het ESI[tronic]-softwarepakket van Bosch, dat in 24 talen beschikbaar is. In de Benelux bijvoorbeeld gebruikt ongeveer een op de twee universele garagebedrijven de ESI[tronic]-software van Bosch, die hen toegang geeft tot diagnose, technische informatie, onderhoudsgegevens, elektronische schema’s, enz. ESI[tronic] van Bosch wordt elk jaar uitgebreid met gegevens van ongeveer 1.400 nieuwe systemen en met de talrijke vernieuwingen in de bestaande systemen.

Voor meer informatie: www.bosch.nl

Bron: Automotive.


TopMec nu ook gekoppeld met Autoflex

Om de efficiency in de werkplaats te verhogen, heeft Autoflex een koppeling gerealiseerd met TopMec. Dé werkplaatstool voor het moderne autobedrijf ‘werkt’ nu dus ook met Autoflex.

Om de werkplaatsefficiëntie te verhogen, is een goede communicatie tussen receptie en werkplaats van groot belang. Een geslaagde koppeling tussen garagemanagementsysteem en werkplaatstool biedt dan een uitkomst. Zoals met Autoflex(ook online) en TopMec. Dankzij de koppeling tussen beide systemen wordt het werkproces binnen het autobedrijf verder gestroomlijnd: aangepaste werkorders zijn nu bijvoorbeeld direct zichtbaar in de werkplaats en toevoegingen van de monteur kunnen meteen verwerkt worden in de factuur.

De koppeling van Autoflex met TopMec biedt het autobedrijf belangrijke voordelen. De receptionist of werkplaatschef kan in de vertrouwde Autoflex omgeving een werkorder aanmaken en deze via TopMec direct doorspelen naar de monteur die aan de brug staat. In de werkorder staan de werkzaamheden omschreven en wordt vermeld welke onderdelen hiervoor aanwezig zijn of in bestelling staan. Anderzijds kan de monteur informatie, zoals extra gebruikte onderdelen, aan de werkorder toevoegen. Via TopMec beschikt de autotechnicus immers ook over handige controlelijsten en zo kunnen ook extra onderdelen besteld worden. De receptie kan de informatie vervolgens in de order teruglezen, extra onderdelen bestellen en de factuur hierop aanpassen. Dit proces biedt de werkplaats extra handelingssnelheid en vermindert de kans op fouten.

Het populaire garagemanagement syteem Autoflex (ook online) is een softwarepakket dat gebruikt wordt door een zeer gevarieerde mix autobedrijven: dealerbedrijven, universelen, (groot)handelaren, fleetowners, bedrijven gespecialiseerd in de verkoop en onderhoud van caravans, campers, heftrucks, motoren, etc. Het printen van APK-formulieren, vrijwaringbewijzen, het inlezen van onderdeelgegevens en de koppeling met onderdeelcatalogi zoals mijngrossier.nl, behoren tot de mogelijkheden. APK-afmelden en Raadplegen Voertuiggegevens, ORB en vrijwaren, maar ook ROB-EF zijn volledig geïntegreerd in de software. In Autoflex kunnen tijdens het factureren ingevoerde reparaties worden vastgelegd voor toekomstig gebruik. Bovendien beschikt Autoflex over tal van rapporten en overzichten om de boekhouding eenvoudiger te maken en op cijfers te kunnen sturen. Zo zijn er diverse omzetoverzichten met uitsplitsing van de BTW, de rapporten globalisatie, in- en verkoop auto's, resultaat autoverkopen, voorraad auto's en diverse occasionlijsten.

Voor meer informatie: www.autoflex.nl

Bron: Automotive

dinsdag 23 oktober 2012

"De wereld verandert voor altijd" Download hier de RABO sectorprognose.

http://www.veam.nl/mailings/oktober/lb262_rabo_sectorprognose_mkb_visie_def_29440153.pdf

Vakgarage passeert Kwik-Fit

Vakgarage passeert Kwik-Fit in aantal franchisenemers. In 2012 sloten 35 autobedrijven zich bij Vakgarage aan. Concreet betekend dit dat Vakgarage met 186 franchisenemers Kwik-Fit gepasseerd is en het één na grootste garage concept in Nederland is. Onbetwist nummer één op de Nederlandse markt blijft Bosch Car Service met bijna vierhonderd vestigingen.
 
Volgens manager Vakgarage Christien den Uil is het einde nog niet in zicht. "Uitgaande van de net gepubliceerde cijfers van Aumacon waarin nog stond dat we 179 Vakgarages hadden kun je dan stellen dat wij niet alleen Always Be Mobile gepasseerd zijn maar inmiddels ook groter zijn dan Kwik Fit. Naast de huidige 186 Vakgarages staan er alweer negen nieuwe bedrijven gepland om het contract met Vakgarage te ondertekenen, terwijl er nog heel veel andere gegadigden zijn waarmee we in gesprek zijn. Het zal niet lang duren voordat de tweehonderdste Vakgarage zich aansluit. Maar onze ambitie stopt niet bij tweehonderd, die stopt pas wanneer wij de markt optimaal kunnen bedienen."

Bron: Automobiel Management

vrijdag 19 oktober 2012

Beurs Hardenberg succesvol verlopen, bedankt voor uw komst en gegunde opdrachten

Het beursteam bedankt alle klanten voor de komst en de gegunde opdrachten. Wij zijn er weer met veel plezier voor u geweest. Topmec was de belangrijkste innovatie die wij op de beurs hebben gebracht. De voordelen zijn groot, de belangstelling is enorm. De winst op werkplaatsactiviteiten neemt toe door een grotere efficiency als gevolg van alle beschikbare informatie en de integratie in de verschillende werkplaats software pakketten.

De komende periode hebben wij een aantal avonden georganiseerd om het systeem verder te demonstreren en klantenvragen te beantwoorden. Bent u geinteresseerd, neem contact met uw vertegenwoordiger of onze binnendienst op.

dinsdag 16 oktober 2012

VERKOOPKANSEN! Er is volop doorgereden op winterbanden (download rapport hier)

Ruim 17 procent van de winterbandenbezitters heeft afgelopen zomer doorgereden zonder de bandenwissel naar zomerbanden te hebben uitgevoerd. Dit betekent dat 5,6 procent van het rijdende wagenpark deze zomer hun winterbanden extra hard hebben laten slijten. Dit blijkt uit cijfers van de tweede Kwik-Fit Bandenmonitor (augustus) naar het wegdekaandeel van de diverse bandenmerken.
Binnen de metingperiode augustus 2012 blijkt dat er in 92,1 procent van de gevallen nog zomerbanden waren gemonteerd, tegenover 65 procent in februari. Het aantal winterbanden stond in augustus op 5,6 procent en bij de vorige meting op 32,7 procent. De banden die geschikt zijn voor de vier seizoenen laten bij beide metingen hetzelfde percentage (2,3) zien.

Winterbandenbezit

Uit de vorige bandenmonitor (februari) bleek dat 32,7 procent van de auto's op winterbanden stond. Nu is dat logischerwijze een stuk lager. Maar altijd rijdt nog 5,6 procent op winterbanden. Omgerekend naar het aantal bezitters van winterbanden is dat percentage uiteraard hoger, namelijk 17 procent.
In auto's geredeneerd, bij een wagenpark van ongeveer 8 miljoen personenauto’s, rijden er in de zomer dus meer dan 400.000 nog met hun winterbanden. Wat de redenen zijn dat consumenten dit doen laat zich raden. Naast gemakzucht hebben consumenten wellicht gedacht dat zij nu liever doorrijden op de winterband dan wellicht te moeten investeren in nieuwe zomerbanden.

Wegdekaandeel

MerkAugustusFebruari
(procent(procent)
Michelin22,717,8
Continental18,313,0
Bridgestone8,67,8
Goodyear6,47,0
Vredestein4,98,1
Pirelli4,34,4
Dunlop3,65,3
Hankook3,32,8
Firestone2,50,9
Uniroyal1,92,2
Kumho1,92,6
Bron: Kwik-Fit Nederland
Met een marktaandeel van 22,7 procent is Michelin marktleider in het zomerseizoen, net als in de bandenmonitor van februari. Net als de vorig keer is Continental met 18,3 procent in de augustusmeting de nummer twee. Beide merken scoren niet alleen hoog door hun aandeel in de bandenvervangingsmarkt, maar ook door hun relatief hoge eerste montageaandeel. Omgekeerd evenredig is dat goed te zien bij het marktaandeel van Vredestein. In de winter heeft dit merk een wegdekaandeel van 8,1 procent en in de zomer 'slechts' 4,9 procent.

Download hier de Kwik-Fit Bandenmonitor augustus 2012 >>

Bron: After Sales Magazine

donderdag 4 oktober 2012

Intuïtie is verstand met haast

 
Marc Lammers
U moest eens weten hoeveel moeite het me kost om een boek te lezen. Voor mij als dyslecticus is dat een ware kwelling. Een hockeywedstrijd ‘lezen’ ging me veel beter af. Hoe dat komt? Ik heb geen idee, want ik ben geen neurowetenschapper.
Iets in onze bovenkamer biedt ons meer inzicht in het één dan in het ander. Neuropsycholoog Erik Matser schreef er een boek over: In gesprek met Lucifer. Hij onderzocht de hersenfunctionaliteit bij topsporters. Zo werkte hij samen met topcoach Mourinho bij voetbalclub Chelsea.

Snel denken van belang

Creativiteit is intuïtie, zegt Matser in een lezing in mei 2011, die is te zien op YouTube en TED. Ik voeg daar graag mijn eigen inzicht aan toe: intuïtie is verstand met haast. Snel denken blijkt in de topsport van doorslaggevend belang. Lionel Messi is niet de fysiek sterkste voetballer, maar is als geen ander in staat om snel te zien waar de ruimte ligt en handelingen te koppelen aan dat inzicht. Matser stelt ook dat mensen die in staat zijn om hun intuïtie de dirigent te laten zijn van hun kennis en ervaring, bij uitstek geschikt zijn om te excelleren.
Hoe zit dat bij u? Stuurt u uw onderneming op basis van kennis? Van ervaring? Van analyse? Of van intuïtie? Stuurt u op basis van uw achterhoofd (waar alles opgeslagen ligt) of op basis van uw voorhoofd (vlak achter uw ogen, waar alles nieuw binnenkomt)? Als u wilt excelleren en uw concurrentie voor wilt zijn of blijven, probeert u dan eens de laatste variant. Probeer uw markt te lezen, zoals Messi de wedstrijd leest.
Individualisten zoals tennisser John McEnroe of bokser Mike Tyson bleken grootmeesters in intuïtie. De laatste bewijst dat dat niet per se te maken heeft met intelligentie. Het is vooral slimheid op basis van inzicht, zoals ze dat in het Engels ‘streetwise’ noemen. Heel korte lijnen van creativiteit naar kennis, van je ogen naar je achterhoofd. Van de dirigent naar het orkest of de coach naar het elftal. Van de directie naar de werkvloer. En daar komt een heel markante essentie tevoorschijn: het ontbreken van middelmanagement! Zou u ook eens moeten doen.

We baseren ons op ervaringen

Te vaak kijken we niet naar wat er nu gebeurt in de markt, maar baseren we ons op ervaringen en gebeurtenissen in het verleden. We redeneren op basis van wat we weten, in plaats van wat we zien. Zo was Tyson elke partij knock-out gegaan. Messi gaat dit jaar zijn doelpuntenrecord verbreken en meer dan zestig keer scoren in één kalenderjaar. Omdat voorafgaand aan elk doelpunt er een situatie in het veld ontstaat die hij als eerste ziet.
Ik heb niet de kennis van neuropsycholoog Erik Matser, om te kunnen analyseren hoe ons brein werkt. Maar ik heb wel de ogen om dagelijks in bedrijven te zien dat we intuïtie vaker de ceo van onze directie(boven)kamer moeten laten zijn.

Bron: Financieel Dagblad

Marc Lammers is oud-hockeybondscoach en bedrijvencoach. Opgetekend door Ton Hendrickx @Heruitvinder.

dinsdag 2 oktober 2012

Tijd van vissen is voorbij, het wordt jagen!

In zijn afscheidsrede als voorzitter van Bovag Onafhankelijke Autobedrijven spoorde Bertho Eckhardt de aanwezige ondernemers aan vooral actie te ondernemen in een tijd van economische tegenspoed. "De tijd van vissen is voorbij; het wordt jagen."
Eckhardt wees zijn gehoor erop dat de aftersalesmarkt in 2011 met 5 procent is gedaald en dat ondernemers in actie zullen moeten komen. Bovag helpt ondernemers daarbij door bijvoorbeeld de toegankelijkheid van de websites van autofabrikanten te verbeteren en door met name de ook aanwezige voorzitter van werkgeversorganisatie VNO/NCW aan te sporen vooral invloed uit te oefenen op het nu te vormen kabinet om de positie van ondernemers te verbeteren.
Veel bereikt
Natuurlijk was Eckhardt ook tevreden over de zes jaar waarin hij voorzitter was van de afdeling Onafhankelijke Autobedrijven van de Bovag. Hij noemde bijvoorbeeld het feit dat de leasemarkt voor de onafhankelijke autobedrijven is opengegaan, dat de relatie met de afdeling dealers sterk is verbeterd en dat ruim 75 procent van de achterban gebruikmaakt van één of meerdere producten van Bovag, waar dat enkele jaren geleden nog geen 50 procent was.
Mobiliteit
Kijkend naar de toekomst ziet Eckhardt dat er een nieuwe generatie opgroeit die niet zozeer aan het bezit van een auto is gehecht als wel dat hij op zoek is naar mobiliteit. "Het onafhankelijke autobedrijf wordt dan meer een adviseur van veiligheid en mobiliteit", aldus Eckhardt. Volledige transparantie en het delen van ervaringen van andere gebruikers is daarbij cruciaal. "Daarmee speelt u in op de wensen van de zelfbewuste klant, want dat is de klant van vandaag."
Johan Cruyff Foundation
Tot slot noemde Eckhardt de vorig jaar gestarte actie in samenwerking met de Johan Cruyff Foundation, waarbij Bovag-bedrijven 50 eurocent per uitgevoerde apk-keuring ter beschikking kunnen stellen van de stichting. Dat heeft in een jaar tijd 120.000 euro opgeleverd, waarvan 60.000 euro naar Goed Bezig-projecten gaat en de andere 60.000 euro naar de Johan Cruyff Foundation.

Bron: Autokompas

http://www.autokompas.nl/ondernemen/item/13111-tijd-van-vissen-is-voorbij-het-wordt-jagen