Posts tonen met het label Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. Alle posts tonen

zondag 13 april 2014

The morning after..... door Jos Veldhuizen







Door Jos Veldhuisen hoofdredacteur After Sales Magazine.
De week eindigde met een donderslag bij heldere hemel. Na een te warme winter nu een stormachtig begin van de zakelijke lente. Vijf grote grossiers worden overgenomen door de Amerikaanse overnamestrategen van LKQ.

Deze overname van de vijf grote grossiers uit het Vroaam-netwerk door LKQ-Sator was gisterenmiddag natuurlijk de grote nieuwsbom in de autobranche, specifiek de aftermarket. De keuze voor een voorwaartse integratie is natuurlijk niet nieuw, Brezan werkt al zo. Toch zet de overname van Heuts, Slager, Cartal-Rijsbergen, Veam en Primaparts de branche als geheel op scherp. Want een kortere keten betekent ook sneller schakelen naar auto- en garagebedrijven. Samen beschikken de vijf automaterialengrossiers over een netwerk van 52 vestigingen met 850 medewerkers en een actuele jaaromzet van ruim 180 miljoen euro. De omzet van Sator Holding komt daarmee uit op ruim 500 miljoen euro. En de overnames gaan door, want Adriaan Roggeveen stelde gisteren dat op korte termijn een netwerk van 70-75 vestigingen het doel is.

De overname is ongetwijfeld gestimuleerd door concentraties die zich in de markt aftekenen. Zowel nationaal als internationaal is er een consolidatieslag gaande of in voorbereiding. Dat zal ongetwijfeld uitmonden in minder, maar vooral grotere partijen. Met de overname kiest Sator (moedermaatschappij van o.a. Van Heck, Havam, Kühne en Harrems) voor een hybride businessmodel, want naast het eigen two-step netwerk blijft een breed net van zelfstandige groothandelsbedrijven beleverd worden (three-step distribution). Belangrijk is de boodschap dat door de keten grotendeels in één hand te houden, er synergievoordeel (lees dit ongetwijfeld ook als prijsvoordeel) wordt gerealiseerd. Wat ten goede komt aan het auto- en garagebedrijf.

"We maken het garagebedrijf sterker in de strijd om de werkplaatsklant", stelt Roggeveen. Kortom, op veel kantoren zal de komende week de strategie worden geëvolueerd.



woensdag 5 maart 2014

Foto impressie vestiging Raalte





Showroom



Indruk van 2300 m2 magazijn en showroom



Automaterialen, automaterialen en gereedschappen



Kantoor



De inrichting van de Toolshop



Gedore gereedschappenwand

maandag 3 maart 2014

Verhuizing VEAM Raalte ook een feit, collega's gefeliciteerd en bedankt!



Na de verhuizing van VEAM Bedego in december naar de nieuwe locatie in Raalte is het afgelopen weekend ook de vestiging Raalte verhuisd. Op de Acacialaan bieden wij nu een ongekend breed en diep assortiment voor alle professionele doelgroepen.

De verhuizingen hebben heel wat gevraagd van onze teams. "Tussen de bedrijven door" is net iets teveel gezegd, maar de business ging normaal door zodat onze klanten weinig tot geen hinder hebben ondervonden.

Een compliment is meer dan op z'n plaats, het is klasse wat er gepresteerd is! Iets om trots op te zijn. Dit geldt ook voor de leveranciers die ons met veel enthousiasme gesteund en geholpen hebben.

Wij hebben er alle vertrouwen erin dat de samenvoeging grote voordelen voor onze klanten zal hebben, in de hele regio wordt een dergelijk assortiment niet geboden.

In mei wordt een open huis georganiseerd om het een en ander aan de klanten te tonen en het heffen van het glas op de goede afloop van deze berenklus en het succes voor de toekomst zal zeker niet ontbreken.

Onderstaand een aantal foto's van de verhuizing van het pand van KAWE naar het pand van voorheen Karwei.

Zie ook: http://veamblog.blogspot.nl/2014/03/foto-impressie-vestiging-raalte.html

http://veamblog.blogspot.nl/2013/11/veam-oosterlaar-en-veam-bedego.html 

http://veamblog.blogspot.nl/2013/12/inrichting-nieuwe-locatie-raalte.html



Met de telefoonontvanger op het hoofd, bellen, verhuizen en eten.



Lege vakken, dat is op de Acacialaan wel anders..


Ontmantelde showroom


Zeer binnenkort meer foto's, maar dan van de nieuwe locatie.

maandag 27 januari 2014

Dezentjé: "Blijf uit comfortzone nu economie aantrekt"

"Nu er weer wat groei in de economie zit, is het aanlokkelijk rustiger aan te doen met bezuinigen en hervormen. Maar pas op voor achterover leunen."

"Aan het begin van het nieuwe jaar kijken we achterom en spreken de onzekere verwachting uit dat het nieuwe jaar voorspoed brengt. Niet raar dus dat de vele mediaberichten de afgelopen weken gaan over hoop op economisch herstel. Maar we moeten ons niet in slaap laten sussen. We zijn in een nieuwe economische realiteit beland, waarin innoveren en hervormen meer dan ooit nodig is.

Bedrijven durven weer te investeren, steeds meer burgers halen de hand van de knip en het vertrouwen van ondernemers en gezinnen in de economie groeit met de dag. De AEX breekt door de 400 puntengrens. In het verleden was herstel op de beurs vaak een voorbode voor herstel van de reële economie. Het Sociaal en Cultureel Planbureau vatte de stand van het land kernachtig samen: Nederlanders zijn minder somber over de economische toekomst.

Na jaren economische malaise, hervormingen en miljardenbezuinigingen snakken we naar positieve berichten over onze economie. Het is tijd om hoopvol vooruit te kijken en dit lijkt niet ongegrond. Ook bij mijn achterban, de technologische industrie, geven diverse indicatoren aan dat herstel in het verschiet ligt. Uit de FME-conjunctuurenquête blijkt dat ondernemers in de technologische industrie verwachten dat er medio 2014 weer sprake is van economische groei. De recente NEVI-inkoopmanagersindex lijkt dit te ondersteunen: de Nederlandse industrie maakte in december de meest forse groei door sinds april 2011.

Ik kijk vol vertrouwen naar de toekomst. Maar ik negeer waarschuwende signalen niet. Het Centre for Economics and Business Research voorspelt dat onze economie van de achttiende plek wereldwijd nu, afglijdt naar plaats 30 in 2028. Het is toekomstkijken, maar een belangrijk signaal. De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) stelde in een lijvig rapport over de verdienkracht van de economie ook al dat het voor Nederland ‘tijd is om uit de comfortzone te stappen’.

De WRR heeft gelijk: we zijn in een nieuwe economische realiteit beland en daar moeten we niet te makkelijk over denken. Het groeivermogen wordt steeds meer bepaald door innovatiekracht, de tucht van internationale markten en het vermogen van bedrijven om daar snel en flexibel op in te spelen.

We kunnen het ons niet veroorloven om stil te staan en toe te kijken hoe de wereld om ons heen verandert. Maar ik vrees dat we, met zicht op economisch herstel en moe van bezuinigingen en hervormingen, achterover gaan leunen en in slaap sukkelen. Met de gemeenteraadsverkiezingen in aantocht is het gevaar groot dat politici het beginnende herstel aangrijpen om noodzakelijke hervormingen te verzachten of zelfs uit te stellen. Het herstel is broos en echt niet in elke sector of elk bedrijf gaat het goed. Belangrijker nog: er wachten grote structurele opgaven om het ook in de toekomst te redden als land.

Doorpakken met hervormen is geen vraag, het is een noodzaak. Ik denk dan bijvoorbeeld aan heuse stappen maken met innovatiegericht inkopen door de overheid. De overheid kan veel meer dan nu haar rol als eerste gebruiker van nieuwe producten en technieken pakken. Deze machtige inkoper neemt een grote diversiteit aan producten af: van straatverlichting tot veiligheid via ICT-systemen en van nieuwe gebouwen tot voertuigen. Je hoeft niet traditioneel in te kopen, je kunt ook een deel van de middelen inzetten voor wat risicovoller investeringen. Dat vraagt om lef en visie, maar juist dát is een belangrijke stimulans voor innovatie.

Ook is het zaak dat er een moderniseringsslag wordt gemaakt bij de totstandkoming van collectieve arbeidsvoorwaarden. Voor het draagvlak van dit soort afspraken is het noodzakelijk dat alle werknemers, ook de jongeren, zich optimaal vertegenwoordigd voelen. Daar moeten we ons hard voor maken. Daarnaast moet, om snel en flexibel te kunnen inspelen op de nieuwe economische realiteit, optimaal ruimte worden geboden aan maatwerk voor bedrijven en werknemers.

En om in de eredivisie van de export te blijven meespelen, moet echt werk worden gemaakt van een gelijk speelveld op exportfinancieringsgebied. Nederlandse kapitaalgoederenexporteurs verliezen structureel concurrentiekracht zolang andere landen hun bedrijven aantrekkelijker financieringscondities aanbieden.

Om te zorgen dat we een speler van formaat op de wereldmarkt blijven, moeten we blijven hervormen en volop ruimte blijven geven aan innovatie."


Dit opinieartikel van FME-voorzitter Ineke Dezentjé Hamming-Bluemink is gepubliceerd in de Nederlandse regionale dagbladen.

donderdag 26 september 2013

Autobedrijf Jaap de Vries uit Gorredijk koopt shirt van SC Heerenveen op veiling Casino Royale, de opbrengst gaat naar het Prinses Maxima Centrum voor kinderoncologie.



Tijdens het Casino Royale op 17 september in Drachten is een shirt van SC Heerenveen geveild voor een goed doel. Het shirt heeft maar liefst €270,00 opgebracht. Het shirt is gekocht door Autobedrijf en Opel specialist Jaap de Vries uit Gorredijk.

De opbrengst wordt door VEAM verdubbeld en in overleg met de heer de Vries doneren wij €540.00 aan het het Prinses Maxima Centrum

Wij bedanken de heer Jaap de Vries voor de geweldige bijdrage.

Team VEAM.



Over het Prinses Máxima Centrum voor Kinderoncologie:


http://www.prinsesmaximacentrum.nl/home

Kanker bij kinderen is gelukkig een zeldzame aandoening. Toch is het nog steeds de meest voorkomende doodsoorzaak onder kinderen. Om de twee dagen sterft in Nederland een kind aan kanker. En hoewel 75 procent van de kinderen de ziekte overleeft, is dit percentage de afgelopen tien jaar nauwelijks gestegen.

Dit overlevingspercentage kan omhoog door zorg en onderzoek op één locatie samen te brengen. Kinderoncologen en ouders van kinderen met kanker hebben het initiatief genomen tot de oprichting van een toonaangevend centrum: het Prinses Máxima Centrum voor Kinderoncologie, dat binnen drie jaar in Utrecht de deuren opent naast en in samenwerking met het UMC Utrecht, het Wilhelmina Kinderziekenhuis en NKI-AVL (Antoni van Leeuwenhoek). Een centrum waar specialisten gezamenlijk de best mogelijke zorg bieden, dat (inter)nationale toponderzoekers aantrekt en dat gerichte opleidingen op hoog niveau aanbiedt. De minder complexe delen van de zorg vinden, onder regie van het Prinses Máxima Centrum, plaats in meebehandelende ziekenhuizen (shared care centra) verspreid over het land.

Alleen met één nationaal kinderoncologisch centrum waarin gespecialiseerde zorg, onderzoek, onderwijs en opleiding op het allerhoogste niveau samen worden gebracht, kunnen we onze ambitie waarmaken om in de toekomst 95 procent van alle kinderen met kanker te genezen. Met de hoogst mogelijke kwaliteit van leven tijdens en na de behandeling.

Het Prinses Máxima Centrum: vóór kinderen tégen kanker