Posts tonen met het label Ondernemen. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Ondernemen. Alle posts tonen

dinsdag 20 januari 2015

Nominatie SATOR - LKQ voor "beste deal"





Onderdelendistributeur Sator-LKQ is genomineerd voor de DCFA Deal of the Year Award, een prijs voor de beste deal in 2014. De nominatie is voor de aankoop van vijf grossiersorganisaties. De verkiezing is op woensdag 21 januari.

De DCFA Deal of the Year Award wordt dit jaar voor de tweede keer uitgereikt. Het gaat daarbij niet om de omvang van de deal, maar vooral om het multidisciplinaire karakter, creativiteit en complexiteit.

De jury bestaat uit Peter Paul de Vries (Value8), Peter Rikhoff (Brookz) en Sjoerd Mol (Benvalor en bestuurslid DCFA). Zij hebben uit de inzendingen de volgende deals genomineerd:

1. Antea Participaties met de Uniekaas transactie: de aankoop van Uniekaas door Antea Participaties en het management van Uniekaas (MBO) van Parcom Capital met een bijzondere financieringsstructuur, waarbij onvoorziene omstandigheden (Rusland crisis) moesten worden overwonnen;

2. Aeternus Corporate Finance met de bedrijfsopvolging bij het familiebedrijf Janssen Beatrixhaven: de overgang naar de derde generatie van dit traditioneel familiebedrijf op het gebied van grondverzet, op- en overslag van grond en grind en materieelverhuur;

3. Dijkstra Voermans met de Sator-LKQ transactie: de aankoop van de 5 grossiersorganisaties Rijsbergen Cartal, Heuts, Slager, Primaparts en Veam, die zoveel mogelijk op gelijke voorwaarden en in korte tijd moest plaats vinden.

Tijdens de Nieuwjaarsbijeenkomst van DCFA in Utrecht, op woensdag 21 januari 2015, zal de juryvoorzitter een interview hebben met de drie genomineerden. Na aansluitend juryberaad zal direct de winnaar van de DCFA Deal of the Year Award bekend worden gemaakt.




Bron: After Sales Management

maandag 17 november 2014

Informatie avonden GMTO trainingsprogramma bij VEAM zeer druk bezocht, Technische Automotive opleidingen bij u om de hoek!

VEAM organiseert in samenwerking met het opleidingsinstituut GMTO op diverse locaties “gratis informatie avonden” voor haar klanten waarvoor een overweldigende belangstelling bestaat.

De eerste avonden in de VEAM vestiging Drachten 27 oktober, Heerenveen 3 november en Groningen 10 november mochten bepaald niet klagen over belangstelling en de volgende avonden Raalte 17 november en Emmeloord 24 november lopen ook al behoorlijk vol.

Op deze avond wordt u volledig geïnformeerd over de verschillende opleidingsprogramma’s welke VEAM in samenwerking met GMTO kan aanbieden. Een belangrijk voordeel in de samenwerking tussen VEAM en GMTO is het feit dat alle trainingsmodules door onze klanten gevolgd kunnen worden in de regio bij een VEAM vestiging, dus dicht bij huis.

Ook aan de inwendige mens en onderling even lekker bijpraten wordt de nodige aandacht besteed.



















zondag 28 september 2014

Zeer gezellige en geslaagde barbecues met onze klanten



De afgelopen weken hebben wij op 4 van onze vestigingen weer de jaarlijkse BBQ's gehouden voor onze klanten. De verzorging van de inwendige mens durven wij prima te noemen, het weer is goed, de opkomst is super en de gezelligheid groot.

Deze week houden we de 5e en laatste in Almelo. Onderstaand een paar sfeerfoto's uit Emmeloord.

Wij bedanken alle klanten voor de komst, de gegunde opdrachten en het vertrouwen en hebben er ook deze week weer zin in.

Team VEAM.










vrijdag 30 mei 2014

Overname VEAM, Primaparts, Heuts, Slager en Cartal-Rijsbergen definitief.



De aangekondigde overname van vijf grote grossiers door LKQ/Sator Holding is definitief. Dit betekent dat de automaterialengrossiers Rijsbergen-Cartal, Heuts, Slager, Veam en Primaparts nu deel uit maken van Sator Holding.

Samen beschikken deze vijf bedrijven over een netwerk met 52 vestigingen met 850 medewerkers en een actuele jaaromzet van ruim 180 miljoen euro. De omzet van Sator Holding komt daarmee uit op ruim 500 miljoen euro.

Robert Wagman, President van de LKQ Corporation: “Deze overname versterkt ons distributienetwerk in Nederland en draagt bij aan de strategie die we voor Europa hebben ontwikkeld.”

Adriaan Roggeveen, ceo van Sator Holding; “De consolidatiegolf die zich binnen de automotive aftermarket in Europa aftekent was een belangrijk signaal voor een ieder die bij deze transactie betrokken was. Uitbreiding van ons netwerk naar 75 vestigingen met een landelijke dekking blijft onverkort ons doel.”

Over de voorwaarden en de prijs van de vijf overnames worden geen nadere mededelingen gedaan.

Aftersalesmagazine: 30 mei 2014.

maandag 12 mei 2014

Open huis VEAM Raalte erg succesvol, bijna 400 klanten en relaties mochten wij ontvangen, zie foto overzicht.



Het open huis van onze vestiging Raalte dat is gehouden op vrijdag 9 - en zaterdag 10 mei is zeer succesvol geweest. Wij mochten bijna 400 klanten en relaties ontvangen. Wij hebben op deze manier ons enorm brede assortiment maximaal onder de aandacht kunnen brengen. In Raalte voeren wij de unieke combinatie van een zeer uitgebreid industrie - en automotive assortiment dat voor alle professionele doelgroepen toegankelijk en snel beschikbaar is.

Wij zijn alle bezoekers hiervoor erkentelijk en willen naast de collega's ook onze leveranciers hartelijk bedanken voor hun bijdrage aan het succes.



















woensdag 16 april 2014

VEAM neemt Leoparts in Almelo over.






De grossiersgroep Veam, binnenkort onderdeel van LKQ-Sator, neemt automaterialengrossier en AD-partner Leoparts uit Almelo over.

De gesprekken tussen Gerrit Veenstra van Veam, Marcel Slomp en Angelique Kunst van Leoparts, waren al een aantal maanden onderweg toen LKQ-Sator zich bij Veam melde. Gerrit Veenstra: “Dat was gelukkig geen drempel in de onderhandelingen, eerder een bevestiging van onze visie over de noodzakelijkheid van schaalvergroting in de onderdelendistributie. Het management van Veam en Leoparts ligt geheel op dezelfde lijn in de opvatting dat krachtenbundeling belangrijk is om de continuïteit voor de ondernemingen op lange termijn en de concurrentiepositie van hun klanten, de auto- en garagebedrijven, te kunnen blijven garanderen. Het nationale speelveld wordt steeds competitiever en het is voor zowel Leoparts als Veam duidelijk dat schaalgrootte nodig is om te kunnen profiteren van schaalvoordelen.”

Leoparts brengt naast dertien medewerkers een rendabele omzet van ruim drie miljoen euro mee. Alle medewerkers gaan mee over. Veenstra: “Het is weer een strategische overname die naadloos past in ons groeiplan. Leoparts is actief in een regio waar nog voldoende groeiperspectief aanwezig is en aansluit op ons bewerkingsgebied. Wat ik heel belangrijk vind, is dat de cultuur en de moraal van Leoparts hetzelfde zijn als bij Veam. Kortom, een veel belovende acquisitie waar we blij mee zijn.”

After Sales Magazine, 16 april 2014

maandag 14 april 2014

Het waarom van de overname van VEAM door Sator-LKQ door Adriaan Roggeveen





Geplaatst op: 14 april 2014 12:47, door: Jos Veldhuisen Hoofdredacteur After Sales Magazine


De overname van de automaterialengrossiers Cartal-Rijsbergen, Heuts, Slager, Veam en Primaparts afgelopen vrijdag is vooral getriggerd door de concentraties die zich in de markt aftekenen. "Iedereen kan waarnemen dat er een consolidatieslag gaande is, die zal uitmonden in minder, maar vooral grotere partijen", zegt Adriaan Roggeveen als ceo van LKQ-Sator in een exclusief gesprek met Aftersales Magazine.

“Wie de vakbladen van het afgelopen jaar heeft gevolgd, ziet een golf van overnames en concentraties. Daar kunnen wij als belangrijke marktpartij de ogen niet voor sluiten. Daarom hebben wij, gestimuleerd door onze moedermaatschappij, gekozen voor voorwaartse integratie. Dat was nodig om de duurzaamheid van ons businessmodel te waarborgen”, aldus Roggeveen.

De nu overgenomen grossiersgroepen tellen in totaal 52 vestigingen (850 medewerkers) en realiseren een omzet van ruim 180 miljoen euro. Zij nemen daarmee een groot deel van de omzet van Van Hecks Business Partner Netwerk voor hun rekening. In ons land zal vooral Adriaan Roggeveen als representant van LKQ Europe tekst en uitleg moeten gaan geven. En dat doet hij alvast met een interview in Aftersales Magazine.

De eerste vraag is de bekende open deur; waarom?

“Binnen de LKQ filosofie zien we graag korte lijnen tussen de klant en de producten en diensten die wij leveren. Grote afnemers leveren een kwetsbaar businessmodel op. De onderlinge afhankelijkheid is, voor zowel de grossier als voor Sator groot. Dat vindt onze Amerikaanse aandeelhouder nou niet bepaald sustainable. Het risico dat een belangrijke partner om welke reden dan ook onverwacht in andere handen komt, wordt dan onaanvaardbaar groot. Daarnaast is het zo dat we in de sterk concurrentiegevoelige aftermarket snel willen kunnen schakelen. En hoe korter de communicatieketen des te makkelijker dat is. Omgekeerd zagen de grossiers ook de onontkoombaarheid van consolidatie in dit marktsegment. Dat realisme leefde zeker bij de vijf die we nu overnemen. Natuurlijk denkt elke ondernemer na over andere scenario’s voor de toekomst. Dat geldt zeker voor professionele bedrijven als deze vijf. Maar ze zien in dat de concentratie die nu in LKQ verband ontstaat, de meeste kansen biedt. De uitvoering van een eigen plan B zou tot grotere risico’s en onzekerheid leiden.”

Jullie zien dus meer in een two-step businessmodel?

“Nee, bepaald niet. Het verschil tussen two-step en three-step is nogal theoretisch. Wat mij betreft is dat een verouderde discussie uit de vorige eeuw. Fysiek is er niet eens een alternatief voor three-step. De handling van de goederenstroom vereist altijd drie stappen. Een drie-stappen model kan net zo concurrerend zijn, als je het maar goed organiseert en doublures in kosten weet te voorkomen. Dat heeft Van Heck met haar Business Partner Netwerk al meer dan een halve eeuw bewezen. Wij denken dat juist een hybride model, dus een twee- en drie-stappenmodel naast elkaar, mogelijk is. Het wordt ook regionaal bepaald. In de dealerwereld bestaat dat al jaren. Pon en Louwman hebben directe controle over een belangrijk deel van hun netwerken. Ik zie niet in waarom dat in onze sector niet zou kunnen.”

Een jaar geleden werd de strategie van nu nog ontkend?

“Klopt, toen keken we er ook nog anders tegen aan. De veranderingen en schaalvergroting in Europa gaan echter razendsnel. Om ons heen worden de krachten gebundeld. In de Benelux en Engeland lijkt LKQ wel groot, maar in Duitsland, Frankrijk, Groot-Brittannië, Polen en Scandinavië zijn er inmiddels nog veel grotere grossiersgroepen actief. Het is te verwachten dat de relatief kleine Nederlandse aftermarket uiteindelijk ook het doelwit wordt van grossiersgroepen uit bijvoorbeeld Duitsland, Frankrijk of Zweden. Die partijen willen we, wat betreft de acquisitiemogelijkheden, nu een stap voor zijn. Niet de sterkste, maar degene die zich het beste aanpast aan veranderende omstandigheden, zal overleven. Was het niet Darwin die dat beweerde?”

Wat levert dit het auto- en garagebedrijf eigenlijk op?

“De reparatie- en onderhoudsmarkt wordt structureel kleiner. Een veranderend autogebruik en een hogere kwaliteit zorgen voor een continue druk op de aftersalesactiviteiten. Omdat er relatief veel werkplaatsen zijn, wordt de concurrentie heviger en gaat als gevolg daarvan de prijsdruk omhoog. Een gevolg van de economische wet van vraag en aanbod. Tegelijkertijd moet je investeren in een hogere servicegraad, de onderdelenbeschikbaarheid, trainingen, online activiteiten en marketing. En als straks de telematicaconcepten zich aandienen ben je als grote partij eerder in staat om de consument het gewenste verhoogde serviceniveau te bieden. Dat geldt overigens voor zowel garagebedrijven als grossiers. Door de keten grotendeels in één hand te houden kan hier synergievoordeel worden gerealiseerd. En dat komt ten goede aan het auto- en garagebedrijf. We maken daarmee het garagebedrijf sterker in de strijd om de werkplaatsklant.”

De 52 grossiersvestigingen dekken niet de totale markt. Betekent dat meer overnames?

“Jazeker. We hebben nog zeker een twintig vestigingen nodig om een landelijk dekkend netwerk te completeren. Wie de landkaart met onze geografische spreiding bekijkt zou gemakkelijk conclusies kunnen trekken, maar een goede relatie met een regionale speler hoeft niet per se te betekenen dat we daar met een eigen vestiging vertegenwoordigd willen zijn. Overigens is er de laatste tijd sprake van een permanente stroom van bedrijven die zich aanbieden voor overname. Er zitten dus ook al een paar potentiële overnames in de pijplijn. Vroeger brachten wij die steeds onder bij anderen uit ons Business Partner Netwerk, maar daarmee neemt onze kwetsbaarheid toe”.

Waarom deze vijf grossiersgroepen?

“Om te beginnen zijn het allemaal bedrijven van naam en faam. Bedrijven die binnen de cultuur passen die we in de afgelopen jaren samen ontwikkeld hebben. Met deze automaterialengrossiers zijn we nu rond. Daar gaat nu het Due Diligence onderzoek (boekenonderzoek, red.) van start. Als beursgenoteerde onderneming met een Amerikaanse moeder, moeten we de financiële en juridische aspecten van de overname loepzuiver in beeld hebben. Er lopen daarnaast gesprekken met een paar andere partijen. Maar door te wachten komt er wellicht een geruchtenstroom op gang over de ondernemingen waar we rond mee zijn, en dat willen we vóór zijn.”

“Overigens blijven Heuts, Slager, Cartal- Rijsbergen, Primaparts en Veam op de gebruikelijke manier de markt bewerken. Gewoon met hun eigen identiteit en naam. Natuurlijk zullen ze gezamenlijk gaan zoeken naar synergie en gebruik maken van de best practises binnen de groep. Maar vertrouwde namen en beeldmerken zullen gewoon blijven. Het management van deze bedrijven heeft zich gecommitteerd om op hun post te blijven en samen te bouwen aan de uitdagingen die markt brengt.”

Kunnen jullie iets zeggen over de overnameprijs?

“Daar doen we geen mededelingen over. Dat is ook afgesproken met de verkopers. Wie daar nieuwsgierig naar is, adviseer ik de jaarcijfers van LKQ over 2014 te analyseren. De transparantie voor beursgenoteerde ondernemingen in de VS is immers enorm.”

Wat wordt de positie van de andere grossiers uit jullie diverse netwerken?

“Die blijft hetzelfde. Nu al opereren we via verschillende netwerken. Het gaat er ons voornamelijk om, samen met hen, concurrerend te zijn ten opzichte van andere marktpartijen. Dat geldt ook voor hun klanten, de auto- en garagebedrijven. We willen iedere schakel in de keten, richting werkplaatsklant, versterken.”

Welke reactie verwachten jullie van de concurrentie?

“Wat wij doen is eigenlijk een reactie op wat potentiële concurrenten in het buitenland aan het doen zijn. In Nederland denk ik dat de schaalvergroting nu een stimulans krijgt en dus verder door zal zetten. Ik denk dat wat wij nu doen, iets is waar anderen aan denken of al mee bezig zijn. De geluiden die ik opvang over concentraties bij Brezan en AD wijzen ook in die richting. Overigens volkomen begrijpelijk en waarschijnlijk onvermijdelijk. Dat wij nu als eerste de grote stap zetten past binnen onze bedrijfscultuur. Daar was door de jaren heen het credo : zorg dat het gebeurt en vermijd dat het je overkomt. Voorop lopen bij ontwikkelingen zit in onze genen.”

Welke rol blijft er over voor het resterende deel van het Business Partner Netwerk?

“Dat ligt deels aan de grossiers zelf. Zij kunnen met onze support uiteraard hun regionale slagkracht behouden en versterken. Anderzijds is het een optie dat zij of een deel van hen, zich bij ons eigen netwerk aansluiten. Voorop staat dat we met z’n allen – garagebedrijf en grossier – een sterke positie ten opzichte van de concurrentie gaan innemen. Nogmaals, de markt groeit niet meer, dus zal de druk toenemen. Daar kan je op wachten of proactief op inspelen.”

Zijn er gevolgen voor de werkplaatsconcepten waarmee Sator en de Vrooam afspraken hebben?

“Ons doel is om de auto- en garagebedrijven die klant van ons netwerk zijn, te versterken. Dat geldt ook voor de ondernemers binnen de diverse werkplaatsconcepten die we ondersteunen. Tenslotte hebben wij er alle belang bij dat onze klanten groeien door een betere marktpositie.”

Gaan jullie nu ook garages overnemen, bijvoorbeeld een ketenconcept?

“Een leuke gedachte, maar dat lijkt me echt een brug te ver. Het gaat ook te ver om ons van zelfmoordneigingen te verdenken. Stel die vraag in 2030 nog maar eens aan mijn opvolgers.”

Komt er voor de overgenomen grossiers een uniforme naamgeving?

“Nee zeker niet. Het zijn zonder uitzondering klinkende namen met een grote waarde. Het zou dom zijn om het jarenlang opgebouwde imago opzij te zetten. Overigens is dat ook de algemeen heersende opvatting binnen LKQ. Van de 180 overnames die zij sinds 1998 realiseerden, operen de meeste bedrijven nog gewoon onder hun vertrouwde naam.”

Hoe lang heeft het overnameproces geduurd?

“Relatief kort, want iedereen die de aftermarket volgt, weet dat je gezien de internationale concurrentie die aanstaande is, niet te lang om de hete brij moet blijven draaien. Bovendien zagen we in sommige landen de overnametrend in een stroomversnelling komen. Zowel voor de overgenomen grossiers als voor LKQ was het zaak de regie over de eigen toekomst in de hand te houden en snel tot zaken te komen.”

Zal LKQ ook in België of Frankrijk deze overnamestrategie gaan volgen?

“Dat kan, maar je kunt niet in alle landen dezelfde manier van werken of distributiemethodiek hanteren. Ik sluit overnames niet uit, maar het is geen must. Ook in andere landen zijn overnames mogelijk. Bij LKQ staat de radar altijd aan.”