Posts tonen met het label Industrie. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Industrie. Alle posts tonen

vrijdag 27 februari 2015

Optimum draaibank OPTI D560 x 1500 voor Gemeente Súdwest-Fryslân.



Met gepaste trots maken wij melding van de aan ons gegunde opdracht tot levering van een Optimum draaibank aan de technische dienst van de Gemeente Súdwest-Fryslân in Sneek.

Industrievertegenwoordiger Rintje Dijkstra en binnendienst collega Pieter Albada zijn verheugd dat hun inspanningen beloond zijn en dat het hoofd van de technische dienst van de gemeente de voorkeur heeft uitgesproken voor de aanbieding van - en levering door VEAM. Wij zien het als een bevestiging dat wij ook als volwaardig leverancier van dergelijke machines worden gezien.

Wij bedanken de gemeente Súdwest-Fryslân voor het in ons gestelde vertrouwen en feliciteren haar met de aankoop van deze kwaliteitsmachine.

Team VEAM.


Technische specificaties:

Centerhoogte: 280 mm
Max. draaiedoorsnede: 560 mm
Max. draai -Ø via support: 355 mm
Max. draai -Ø zonder brug: 790 mm
Lengte van de bedbrug: 270 mm
Afstand tussen centers: 1500 mm
Spilboring: 80 mm
Spilkonus: MK 7
Konus losse draaibankkop: MK 5
Spilopname: D 1 - 8"
Spiltoerentallen: 25 - 1600 min -1
Leias doorsnede: 22 mm
Draadsnijden- metrisch: 0,2 -14 mm
Inch schroefdraad: 2 - 112 TPI
Bovensledeslag: 130 mm
Dwarssledeslag: 316 mm
Pinoleslag: 180 mm
Motorcapaciteit: 7,5 kW
Afmetingen: 2840 x 1150 x 1460 mm
Nettogewicht: 2302 kg





donderdag 5 december 2013

Regeldrukdrukdruk


December is een mooie maand, de tijd van Sinterklaas en kerst en dus van verlanglijstjes. En ik weet wat hoog op het verlanglijstje van de ondernemer staat: vermindering van regeldruk. Al vele jaren geven de FME-leden – in elke enquête opnieuw – aan dat administratieve lasten en rompslomp voor hen nog steeds probleem no. 1 is. En dat is geen wonder. Wat voorbeelden van onmogelijke en onzinnige regels:

De Europese regelgeving rond gevaarlijke stoffen (REACH) verplicht producenten aan de klant door te geven hoeveel microgram van een gevaarlijke stof in een product voorkomt. Dat betekent ook dat je bij iedere afzonderlijke toeleverancier om die informatie moet gaan vragen, of het nu om een rubber ringetje gaat of om een gegalvaniseerde buis. Bij een apparaat met 100 onderdelen, waarin 60 verschillende stoffen zijn verwerkt, die door 30 verschillende toeleveranciers, ook van buiten de EU, worden geleverd, is de kans dat je volledige (juiste) informatie ontvangt nihil. Kortom, een belachelijke verplichting. Het is onuitvoerbaar en onzinnig. Er wordt namelijk geen enkel verschil gemaakt tussen productgroepen. Neem weekmakers. In een speen kunnen die gevaar opleveren, in een fietszadel is er geen enkel veiligheidsrisico. Waarom toch speen en fietszadel over één kam geschoren? Let wel: het bijhouden van zo’n administratie kost onze leden jaarlijks zo’n 75 miljoen euro!

En dan nog zo een waarin de regelgeving doorslaat: de wet rampen en zware ongevallen (WRZO). Waarom scheren we alle WRZO-bedrijven over één kam? Het kan toch niet zo zijn dat bedrijven met een milieurisico door veiligheidsregio’s gedwongen worden om, net zoals bedrijven met een groot brand- en ontploffingsrisico, een eigen bedrijfsbrandweer op te tuigen?! Veiligheid vind ook ik, net zoals deze bedrijven heel belangrijk, maar de regelgeving schiet haar doel voorbij. We zadelen kleine bedrijven op met een buitenproportionele last om een eigen brandweer in te richten. Ik voel veel meer voor samenwerking met de regionale brandweer, om zo de expertise van brandweer en de bedrijven te bundelen. Dan kunnen zij samen de veiligheid borgen.

Den Haag belooft al jaren de regeldruk te zullen verminderen. Het resultaat? Dat is ronduit bedroevend. Het is de hoogste tijd dat die politieke beloftes worden nagekomen. Maar dan geen waterbed-constructie: niet op rijksniveau regels schrappen om ze op provinciaal dan wel gemeentelijk niveau weer terug te krijgen. Daarnaast moet Nederland alert zijn op de niet te stuiten regeldrift vanuit Brussel.

Deze week sprak ik uitgebreid met Jan ten Hoopen, de voorzitter van Actal (Adviescollege Toetsing Regeldruk), in wie wij een medestander hebben gevonden. En ik sluit me volledig aan bij de door deze waakhond voorgestelde aanpak: een sectorscan die voorbeelden moet opleveren van problemen. De sectorscan Metaal heeft al geresulteerd in vele tientallen concrete voorbeelden van regeldruk die snel en drastisch moeten worden aangepakt.

Uiteraard er zijn regels nodig om op een goede manier met elkaar te kunnen samenleven. Maar laten we er met elkaar voor zorgen dat we niet iets gaan regelen om het regelen. Regels moeten een duidelijk doel dienen en uitvoerbaar zijn. Ik word niet moe om Haagse en Brusselse beleidsmakers daar keer op keer op te wijzen. Maar eigenlijk is het een schandaal dat dit nog steeds nodig is.


Bron: Mevr. mr. I. Dezentjé Hamming-Bluemink voorzitter FME-CWM


Inrichting nieuwe locatie Raalte perfect op schema.






De inrichting van het project Raalte ligt perfect op schema. Het stellingenplan is indrukwekkend te noemen.

Volgende week wordt gestart met de verhuizing van Deventer. Per 1 januari of eerder is het team van Deventer actief in Raalte.


woensdag 18 september 2013

Zeer geslaagd CASINO ROYALE in Drachten. Wij bedanken alle, ruim 300 relaties, die ook deze avond weer tot een succes gemaakt hebben.


Gisteravond was het "volle bak" op het laatste van de drie Casino Royale avonden die wij deze keer in Drachten voor onze klanten hebben georganiseerd. Wij hadden gerekend op veel belangstelling, maar de opkomst heeft onze verwachtingen overtroffen. Ruim 300 relaties van VEAM hebben de moeite genomen om deze avond tot een succes te maken.

De aanloop op de snackwagen en bar was dusdanig groot dat er tweemaal een speciaal transport is georganiseerd om de bevoorrading op orde te houden. Slechts heel even heeft de uitgifte voor de inwendige mens vertraging opgelopen, maar dat mocht de pret niet drukken.

Het was gezellig, er is weer volop bijgepraat en informatie uitgewisseld, gekocht op de veiling, gegokt voor extra kortingen, gegeten, gedronken, gelachen enz. Kortom, datgene waarvoor de avond bedoeld was.

Wij als Team van VEAM bedanken alle klanten voor het bezoek, de gegunde orders, de genomen moeite om te komen en het vertrouwen dat wij mogen genieten.

De mannen en vrouwen van Van Heck, Harrems en Mijngrossier hebben ons uitstekend ondersteund en hun steentje bijgedragen aan het welslagen van de avonden, daar zijn wij hen zeer erkentelijk voor.

Op de drie avonden hebben wij bijna 600 relaties mogen verwelkomen. Daar zijn wij blij mee, trots op en het motiveert ons om volgend jaar weer met iets leuks te komen.

Op de veiling heeft een shirt van FC Heerenveen €270,00 opgebracht. Het shirt is gekocht door Autobedrijf Jaap de Vries uit Gorredijk. De opbrengst wordt door VEAM verdubbeld en gaat naar een goed doel. Hierover in de volgende Blog meer.











woensdag 10 juli 2013

CASINO ROYALE bij VEAM in de maand september, noteer de datums alvast in uw agenda, dit wilt u niet missen




In de maand september organiseren wij voor onze gewaardeerde relaties onze speciale huisbeurs “Casino Royale”.

  3 september bij onze vestiging: VEAM Oosterlaar – Raalte
10 september bij onze vestiging: VEAM – Emmeloord
17 september bij onze vestiging: VEAM – Drachten


Noteert u alvast één van deze datums in uw agenda want het belooft een groot spektakel te worden.

Vanaf 18.00 uur openen wij de deuren en bent u van harte welkom.

Naast presentatie/demonstratie van het laatste nieuws en innovaties op het gebied van onderdelen en gereedschap, enz. staat er een uitstekende catering voor u klaar..

“Casino Royale”

Wij dagen u uit het spreekwoordelijk gokje te wagen in ons unieke casino. Er zijn diverse spectaculaire aanbiedingen waar u bovendien in ons “Casino Royale” nog eens extra voordeel op kunt winnen. U kunt een gokje wagen bij onze Bond-girls aan de Roulette tafel, tijdens Black Jack of met een draai aan het Wheel of Fortune.

Innovatieve demonstraties

We verzorgen voor u een interessant programma om u geheel op de hoogte te brengen van de ontwikkelingen op onder andere het gebied van remmen, schokdempers en stuurdelen, aangevuld met demonstraties op innovatieve gereedschappen en marketingtools zoals de Bead Bazooka en de TopMec app.

Voor elk wat wils

Of uw bedrijfsactiviteiten nu liggen op het terrein van auto-onderhoud, industriële productie, reparatie en/of onderhoud van machines of landbouwmechanisatie, op onze huisbeurs pakken we uit met spectaculaire aanbiedingen voor echte beursprijzen.

Naast deze acties is er ook een veiling waar u o.a. kunt bieden op diverse machines en gereedschappen.

Wij verheugen ons op uw komst en houden u in de aanloop naar de huisbeurs persoonlijk op de hoogte.


Het team van VEAM ziet ernaar uit u op een van de avonden te ontmoeten.

dinsdag 25 juni 2013

De Nederlandse industrie kan in principe elk product winstgevend maken. Ook met werknemers die honderd keer meer kosten dan in lagelonenlanden.





Ben Dankbaar neemt met deze gewaagde stelling gepast afscheid als hoogleraar bedrijfskunde aan de Nijmeegse Radboud Universiteit. Dankbaar, net 65 geworden en sinds afgelopen vrijdag met pensioen, geldt als een van de weinige industriegoeroes in dit land. Hij ziet in gesprek met deze krant geen of nauwelijks redenen voor de maakindustrie om de productie voor de Europese markt in lagelonenlanden te doen.

V Hoe komt u hier bij?

‘Slimme productieprocessen zoals “lean production” en “lean manufacturering” zijn gemeengoed geworden in Nederland. Nieuwe technieken zoals 3D-printen van onderdelen maken productie van enkele stuks mogelijk en verkorten ook het proces van productontwikkeling.’

‘Door technologische ontwikkelingen zijn de schaalvoordelen van productie elders minder belangrijk geworden. Intussen zijn de transporttijden erg lang. En de kosten zijn hoog. Zowel die van het transport als van de coördinatie tussen verscheidene locaties, niet te vergeten de kosten van de bescherming van intellectuele eigendommen.’

‘Ook de werknemers maken het verschil. Werknemers in lagelonenlanden kunnen en willen vaak niks anders dan het uitvoeren van één handeling in het productieproces. Onze werknemers zijn flexibel.’

V Onze werknemers zijn flexibel?

‘De Nederlandse werknemer is mondig, hij wil weten waarom de dingen gaan zoals ze gaan. Dat is soms lastig, maar kan uiteindelijk zeer voordelig zijn voor de ondernemer die daar gebruik van weet te maken door de werknemers de ruimte te geven om creatief mee te denken.

Nederlandse werknemers zijn niet vreselijk gedisciplineerd en dat kan soms lastig zijn in de industrie. Daar gelden immers strikte regels om de kwaliteit te bewaken. Dat gaat alleen goed als de mensen ook snappen waar die regels voor zijn.

De vereiste discipline is vaak het grootst in massaproductie en daar zijn we in Nederland niet zo vreselijk goed in. Waar we juist wel erg goed in zijn, is in complexe producten. Ontwikkeling, productie van onderdelen en assemblage van complexe producten vereist dat mensen over de grenzen van vakdisciplines en functies intensief met elkaar communiceren. Dat kunnen wij goed.’

V Gaat de industrie intussen door met productieverplaatsing naar lagelonenlanden?

‘Volgens mij is dat enthousiasme duidelijk afgenomen, vooral wanneer kostenvoordelen van lagelonenlanden worden vergeleken met produceren in eigen land en Europa. Wanneer het gaat om het bewerken van de markt van opkomende markten is het natuurlijk een ander verhaal.

Het enthousiasme om productie naar lagelonenlanden te verplaatsen is ook vaak overdreven, niet in de laatste plaats door consultants. Die wilden de bedrijven bij hun acties in het buitenland maar wat graag ondersteunen.’

‘Mijn stelling is overigens niet dat we alles in Nederland moeten gaan maken, daar hebben we de mensen ook niet voor. Het gaat er om dat lage lonen vrijwel nooit een reden mogen zijn om iets elders te produceren. Ik hoorde enkele keren van ondernemers dat ze in Roemenië zijn gaan produceren en mensen zijn gaan opleiden, omdat ze in Nederland geen mensen konden krijgen.’

V Komen bedrijven al terug?

‘Het gaat minder over de vraag of bedrijven terugkomen dan wel over de vraag of ze ‘activiteiten’ terughalen. Talens bijvoorbeeld heeft de productie van de beste kwaliteit tubetjes verf voor de Chinese markt teruggehaald naar Apeldoorn, omdat er te veel slordigheden optraden bij de productie in China. En ook omdat de Chinese klanten liever spullen hebben die in Europa zijn gemaakt. ’

V U signaleert een soort re-industrialisatie. President Obama wijst op de ‘terugkeer’ van industriële bedrijvigheid. President Hollande bepleit het belang van industrie. Duitsland pompt geld in de automobielindustrie, de machinebouw, de chemie, de biochemie en biotechnologie. Hoe is dit in Nederland?


‘De industrie wint ook bij ons meer terrein. Brabant, Twente en de Achterhoek plaatsen hun brainports tegenover de mainport en de airport van de Randstad. Dat vermindert de traditionele tegenstelling met de handel en financiële dienstenaanbieders in de Randstad. Die hebben vanouds veel invloed op het beleid in politiek Den Haag, terwijl de industrie in de periferie lijdzaam toekijkt.’

‘Het besef is gegroeid dat elke baan in de industrie goed is voor een baan in de dienstensector, tezamen 2 miljoen banen. We begrijpen ook beter dat je onderzoek, ontwerp, engineering en fabricage niet ongestraft uiteen kunt halen. Als je fabricage uitbesteed aan bedrijven over de grens, verliest de productontwikkeling de aansluiting met de productie.’

V Vertaalt dit alles zich in het Haagse topsectorenbeleid?

‘Ik ben voorstander van dat beleid omdat het aanstuurt op samenwerking tussen bedrijven, kennisinstituten en overheden. Maar dat het is opgezet met de leuze ‘Ondernemers aan het stuur’, dat kan toch niet de bedoeling zijn. De samenleving verwacht van de politiek een toekomstvisie op de Nederlandse economie. Dus als we innovatie en bedrijven ondersteunen, moeten daarmee maatschappelijke doelen gediend worden. Bij mij staat duurzaamheid bovenaan het prioriteitenlijstje.’

‘In de vaststelling en de uitwerking van het beleid signaleer ik dat ‘Den Haag’ over sectoren praat zonder bedrijven voor ogen te hebben. Financiële mensen en economen, ook bij Economische Zaken, weten doorgaans bar weinig van hoe het in bedrijven toegaat.

Ze hebben de oogkleppen op van Adam Smith. Die zegt dat marktwerking goed is voor iedereen. Dat vind ik ook, zolang die vrije markt goed geregeld is.’

Bron: Financieel Dagblad 25.06.2013

zaterdag 9 februari 2013

Goedkoop is duurkoop



Nederlanders klagen graag en veel. Het weer en de trein staan, vooral in combinatie, bovenaan de klachtenlijst. Bij een beetje winters weer rijden er minder treinen, komt de trein te laat of ligt het treinverkeer in grote delen van het land zelfs helemaal stil. Daar wordt zoveel ophef over gemaakt, dat het bij elk incident opnieuw het journaal haalt.

Wonderlijk genoeg was er minder media-aandacht voor het bericht dat spooraannemers en -medewerkers ernstig bezorgd zijn over de veiligheid van het spoorwegennet. ProRail, dat verantwoordelijk is voor het onderhoud, zou zich bij het aanbesteden van dat onderhoud zó sterk door de laagste prijs laten leiden, dat aannemers zich gedwongen voelen onder de kostprijs te bieden. En dat zou ten koste gaan van de veiligheid en de kwaliteit. Dat die kritiek van binnenuit komt, maakt mij extra bezorgd.

Als de veiligheid van het treinvervoer in het geding is, dan gaat het om veel meer dan de economische waarde, dan zijn mensenlevens in het geding. Ik vind het dan ook onbegrijpelijk dat bij onderhoud nog steeds wordt gekozen voor de goedkoopste ‘oplossing’, terwijl de keuze behoort te worden bepaald door de toegevoegde waarde die dat onderhoud oplevert. Daarmee bedoel ik dat het om veel meer gaat dan financieel voordeel op korte termijn. Het gaat om betrouwbaarheid, duurzaamheid en veiligheid. Die combinatie vormt de toegevoegde waarde. De Nederlandse onderhoudssector kan dat bieden.

Veiligheid zou vanzelfsprekend moeten zijn. Voor betrouwbaarheid geldt hetzelfde. Maar onderhoud is ook van onschatbare waarde voor de verduurzaming van de samenleving. We zullen op alle vlakken moeten nadenken over de levenscyclus van producten. Al bij het ontwerp moet daar rekening mee worden gehouden. En bij het ontwerp ook moet het onderhoud worden meegenomen.

Natuurlijk begrijpen de onderhoudsbedrijven dat kostenbeheersing, zeker in tijden van economische malaise, belangrijk is. Zij zijn meer dan bereid samen met de opdrachtgevers te bekijken waar die kostenreductie kan worden gerealiseerd. Dat hoeft niet ten koste te gaan van kwaliteit. En het mag nooit ten koste gaan van veiligheid!

Bron: Mevr. mr. I. Dezentjé Hamming-Bluemink voorzitter FME-CWM


maandag 17 december 2012

Industrie vol in beeld

In de drukke rally naar kerst ben ik deze week op bezoek geweest bij twee voor onze technologische industrie belangrijke ministers: Henk Kamp van Economische Zaken en Lilianne Ploumen, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.
Met minister Kamp heb ik vooral gesproken over het Techniekpact − bedoeld om het tekort aan vakkrachten aan te pakken −, dat wat FME betreft vooral een ‘doe-agenda’ moet worden en niet de zoveelste studiecommissie. Ook het belang van innovatie is aan de orde geweest en het ongelijke speelveld dat onze bedrijven op een aantal terreinen ervaren.

Minister Ploumen, met wie ik een kennismakingsgesprek had, heb ik gevraagd de schakel te zijn voor de technologische industrie, met een veel krachtiger handelspolitiek dan de afgelopen jaren is gevoerd. Ook heb ik haar opgeroepen concreter invulling te geven aan economische diplomatie, de internationale agenda van de topsectoren, goede afstemming en invulling van de strategische reisagenda, internationaal concurrerende exportfinanciering en exportkredietverzekering. Bovendien heb ik haar op het hart gedrukt bij ontwikkelingssamenwerking niet alleen gebruik te maken van de kennis en kunde van onze technologische industrie, maar ook van de innovatieve en kwalitatief hoogwaardige producten die onze bedrijven leveren. Kortom: betrek onze technologische bedrijven bij de internationale samenwerking met ontwikkelingslanden.

Het beeld dat ik aan deze twee gesprekken heb overgehouden is dat beide ministers het belang van een stevige industriële basis goed voor ogen hebben. Deze bewindspersonen zien ook dat we het voor onze verdienkracht in belangrijke mate moeten hebben van innovatie en export door de maakindustrie. En ze willen opkomen voor dat grote belang.

Wel merk ik dat de financiële bewegingsruimte sterk beperkt is. Door de bezuinigingstaak zijn er nauwelijks overheidsmiddelen om iets te doen aan het ongelijke internationale speelveld of aan de ongelijke concurrentiecondities voor onze bedrijven. Er is nauwelijks ruimte voor extra stimulansen voor bijvoorbeeld innovatie.

Daarom is het extra belangrijk goed te kijken waar we het geld aan besteden. Zoals het investeringsfonds van 750 miljoen euro voor ontwikkelingssamenwerking. De minister wil dat fonds in samenwerking met het bedrijfsleven ontwikkelen en heeft FME daarvoor uitgenodigd. U begrijpt dat wij daar graag op ingaan en de belangen van onze industrie optimaal zullen behartigen.

Mijn conclusie na deze twee gesprekken? Industriebeleid is ook bij dit kabinet vol in beeld, maar er is veel creativiteit nodig om dat beleid financieel zodanig handen en voeten te geven dat onze concurrentiekracht wordt versterkt en daarmee de verdienkracht van Nederland wordt vergroot. Er over praten is noodzakelijk, maar doen is beter!

Bron: FME/CWM

donderdag 22 november 2012

Powered by Dutch Technology

Tijdens het FME Jaarcongres is de nieuwe strategie, ‘Powered by Dutch Technology’, gepresenteerd. Met deze strategie neemt FME het voortouw om de krachten in de Nederlandse technologische industrie te bundelen en met één stem op vol volume te vechten voor de belangen ervan.
Nu politiek het besef begint door te dringen dat de verdienkracht van Nederland uit de industrie moet komen, staan we op een belangrijk keerpunt om de industriële basis in Nederland te versterken. Daarvoor is krachtige (nationale en internationale) belangenbehartiging noodzakelijker dan ooit.

Eén blok


Die belangenbehartiging is nu nog sterk versnipperd. Ineke Dezentjé Hamming: “Er zijn heel veel clubs met vergelijkbare dingen bezig, of het nou gaat om lobby of om het promoten van techniek en bèta-onderwijs. Daar komt nog bij dat de markt in toenemende mate om totaaloplossingen vraagt.  Als elk bedrijf of elke subsector zijn eigen koers vaart en steeds zijn eigen wiel moet uitvinden, is dat niet efficiënt en niet effectief. We moeten als één blok de Nederlandse technologische industrie op de kaart zetten.”

Met de strategie Powered by Dutch Technology ordent de industrie zichzelf langs de lijnen van maatschappelijke vraagstukken op het gebied van bijvoorbeeld zorg, voedsel en klimaat. Dezentjé: “Bedrijven en branches bundelen hun krachten en gaan ketengericht met elkaar samenwerken. FME is dan niet langer een optelsom van honderden individuele bedrijven en clubs, maar realiseert complete ecosystemen voor gezamenlijke marktbewerking en gezamenlijke lobby. FME is de verbindende kracht voor die samenwerking.”

Pilots


Inmiddels zijn er drie pilots opgestart: life science & health, bebouwde omgeving en agro/food. In die pilots wordt gewerkt aan krachtenbundeling voor gezamenlijke belangenbehartiging, positionering van het cluster en activiteiten om samen de markt verkennen, bewerken en veroveren.

Parallel met het uitwerken van Powered by Dutch Technology start FME een PR-offensief om, zo zegt Dezentjé, “iedereen overal te laten zien dat de technologische industrie een wezenlijke bijdrage levert aan de welvaart in ons land. En dat onze technologie oplossingen biedt voor belangrijke maatschappelijke vraagstukken”.

Doe mee!


Ineke Dezentjé: “Dit is het moment om slim én krachtig te vechten voor de technologische industrie. FME gaat voor de Powered by Dutch Technology strategie. We rekenen er op dat u met ons meedoet!”

Bron: FME/CWM    20.11.2012