woensdag 10 juli 2013

CASINO ROYALE bij VEAM in de maand september, noteer de datums alvast in uw agenda, dit wilt u niet missen




In de maand september organiseren wij voor onze gewaardeerde relaties onze speciale huisbeurs “Casino Royale”.

  3 september bij onze vestiging: VEAM Oosterlaar – Raalte
10 september bij onze vestiging: VEAM – Emmeloord
17 september bij onze vestiging: VEAM – Drachten


Noteert u alvast één van deze datums in uw agenda want het belooft een groot spektakel te worden.

Vanaf 18.00 uur openen wij de deuren en bent u van harte welkom.

Naast presentatie/demonstratie van het laatste nieuws en innovaties op het gebied van onderdelen en gereedschap, enz. staat er een uitstekende catering voor u klaar..

“Casino Royale”

Wij dagen u uit het spreekwoordelijk gokje te wagen in ons unieke casino. Er zijn diverse spectaculaire aanbiedingen waar u bovendien in ons “Casino Royale” nog eens extra voordeel op kunt winnen. U kunt een gokje wagen bij onze Bond-girls aan de Roulette tafel, tijdens Black Jack of met een draai aan het Wheel of Fortune.

Innovatieve demonstraties

We verzorgen voor u een interessant programma om u geheel op de hoogte te brengen van de ontwikkelingen op onder andere het gebied van remmen, schokdempers en stuurdelen, aangevuld met demonstraties op innovatieve gereedschappen en marketingtools zoals de Bead Bazooka en de TopMec app.

Voor elk wat wils

Of uw bedrijfsactiviteiten nu liggen op het terrein van auto-onderhoud, industriële productie, reparatie en/of onderhoud van machines of landbouwmechanisatie, op onze huisbeurs pakken we uit met spectaculaire aanbiedingen voor echte beursprijzen.

Naast deze acties is er ook een veiling waar u o.a. kunt bieden op diverse machines en gereedschappen.

Wij verheugen ons op uw komst en houden u in de aanloop naar de huisbeurs persoonlijk op de hoogte.


Het team van VEAM ziet ernaar uit u op een van de avonden te ontmoeten.

woensdag 26 juni 2013

Esther Musch aangesteld als account manager voor VEAM-Bedego in Deventer





Eshter Musch is kort geleden bij VEAM in dienst getreden om als account manager het voornamelijk industriële klantenbestand van VEAM in de regio Deventer te behartigen. Esther heeft veel ervaring opgedaan bij vorige werkgevers in de wereld van de auto-recycling en ook garagebedrijven en industriële afnemers maakten deel uit van haar klanten portefeuille.

Zij woont in - en spreekt de taal van de regio en kent die dan ook op haar duimpje. Het spreekt erg tot haar verbeelding dat ze bij VEAM niet een strak afgebakend assortiment vertegenwoordigt maar dat er sprake is van een grote service - en beschikbaarheidsgraad van een ongekend breed pakket buiten de "standaard". Hierin ziet zij een groot onderscheidend vermogen en voordeel t.o.v. de concurrentie.

Hoewel het vaktechnisch deels een nieuwe materie voor haar is heeft ze er erg veel zin in en weet zich gesterkt door de enorme vakkennis en ondersteuning van haar collega's in de binnendienst.

VEAM-Bedego is ontstaan door de overname van de activiteiten van Bedego in 2011. Bedego heeft een sterke positie opgebouwd binnen de industriële markt in de regio en ook ver daar buiten. Wij zijn in Deventer verregaand gespecialiseerd in o.a. slijp- en schuurmaterialen, bevestigingsmaterialen, verspanende -, elektrische - en handgereedschappen, persoonlijke beschermingsmiddelen en machines.
VEAM is partner van Nordwest uit Hagen. Nordwest is een van de grootse inkoop combinaties voor industriële producten en gereedschappen in Europa. Vanuit het logistieke centrum in Giessen worden de orders van VEAM binnen 24 uur geleverd en gedistribueerd naar de klanten. VEAM stelt het volledige assortiment ook beschikbaar in de eShop. Klanten beschikken via de eShop over realtime voorraad - en actuele prijsinformatie. De in Deventer opgebouwde kennis en ervaring wordt binnen de hele VEAM groep ingezet om de klanten optimaal - en met een zeer breed pakket van dienst te zijn.

Wij zijn er trots op dat wij ook in Deventer een aantal zeer toonaangevende bedrijven tot onze trouwe klanten mogen rekenen.



dinsdag 25 juni 2013

Voeg "MAX VEAM" toe aan uw kringen op Google+ en u blijft in een oogopslag op de hoogte van het belangrijkste nieuws op o.a. automotive en industrieel gebied.






Op MAX VEAM vindt u dagelijks de belangrijkste nieuwsberichten verzameld van de verschillende Vakmedia zoals Autokompas, Auto en Motortechniek, Aftersales Management, Automobielmanagement, Vraag en Aanbod, FME-CWM en Bandenportaal.

Dit scheelt kostbare tijd en energie, spreekt het artikel aan dan leest u het originele bericht op de officiële site.


U hoeft alleen maar MAX VEAM toe te voegen aan uw Google+ kringen.

De Nederlandse industrie kan in principe elk product winstgevend maken. Ook met werknemers die honderd keer meer kosten dan in lagelonenlanden.





Ben Dankbaar neemt met deze gewaagde stelling gepast afscheid als hoogleraar bedrijfskunde aan de Nijmeegse Radboud Universiteit. Dankbaar, net 65 geworden en sinds afgelopen vrijdag met pensioen, geldt als een van de weinige industriegoeroes in dit land. Hij ziet in gesprek met deze krant geen of nauwelijks redenen voor de maakindustrie om de productie voor de Europese markt in lagelonenlanden te doen.

V Hoe komt u hier bij?

‘Slimme productieprocessen zoals “lean production” en “lean manufacturering” zijn gemeengoed geworden in Nederland. Nieuwe technieken zoals 3D-printen van onderdelen maken productie van enkele stuks mogelijk en verkorten ook het proces van productontwikkeling.’

‘Door technologische ontwikkelingen zijn de schaalvoordelen van productie elders minder belangrijk geworden. Intussen zijn de transporttijden erg lang. En de kosten zijn hoog. Zowel die van het transport als van de coördinatie tussen verscheidene locaties, niet te vergeten de kosten van de bescherming van intellectuele eigendommen.’

‘Ook de werknemers maken het verschil. Werknemers in lagelonenlanden kunnen en willen vaak niks anders dan het uitvoeren van één handeling in het productieproces. Onze werknemers zijn flexibel.’

V Onze werknemers zijn flexibel?

‘De Nederlandse werknemer is mondig, hij wil weten waarom de dingen gaan zoals ze gaan. Dat is soms lastig, maar kan uiteindelijk zeer voordelig zijn voor de ondernemer die daar gebruik van weet te maken door de werknemers de ruimte te geven om creatief mee te denken.

Nederlandse werknemers zijn niet vreselijk gedisciplineerd en dat kan soms lastig zijn in de industrie. Daar gelden immers strikte regels om de kwaliteit te bewaken. Dat gaat alleen goed als de mensen ook snappen waar die regels voor zijn.

De vereiste discipline is vaak het grootst in massaproductie en daar zijn we in Nederland niet zo vreselijk goed in. Waar we juist wel erg goed in zijn, is in complexe producten. Ontwikkeling, productie van onderdelen en assemblage van complexe producten vereist dat mensen over de grenzen van vakdisciplines en functies intensief met elkaar communiceren. Dat kunnen wij goed.’

V Gaat de industrie intussen door met productieverplaatsing naar lagelonenlanden?

‘Volgens mij is dat enthousiasme duidelijk afgenomen, vooral wanneer kostenvoordelen van lagelonenlanden worden vergeleken met produceren in eigen land en Europa. Wanneer het gaat om het bewerken van de markt van opkomende markten is het natuurlijk een ander verhaal.

Het enthousiasme om productie naar lagelonenlanden te verplaatsen is ook vaak overdreven, niet in de laatste plaats door consultants. Die wilden de bedrijven bij hun acties in het buitenland maar wat graag ondersteunen.’

‘Mijn stelling is overigens niet dat we alles in Nederland moeten gaan maken, daar hebben we de mensen ook niet voor. Het gaat er om dat lage lonen vrijwel nooit een reden mogen zijn om iets elders te produceren. Ik hoorde enkele keren van ondernemers dat ze in Roemenië zijn gaan produceren en mensen zijn gaan opleiden, omdat ze in Nederland geen mensen konden krijgen.’

V Komen bedrijven al terug?

‘Het gaat minder over de vraag of bedrijven terugkomen dan wel over de vraag of ze ‘activiteiten’ terughalen. Talens bijvoorbeeld heeft de productie van de beste kwaliteit tubetjes verf voor de Chinese markt teruggehaald naar Apeldoorn, omdat er te veel slordigheden optraden bij de productie in China. En ook omdat de Chinese klanten liever spullen hebben die in Europa zijn gemaakt. ’

V U signaleert een soort re-industrialisatie. President Obama wijst op de ‘terugkeer’ van industriële bedrijvigheid. President Hollande bepleit het belang van industrie. Duitsland pompt geld in de automobielindustrie, de machinebouw, de chemie, de biochemie en biotechnologie. Hoe is dit in Nederland?


‘De industrie wint ook bij ons meer terrein. Brabant, Twente en de Achterhoek plaatsen hun brainports tegenover de mainport en de airport van de Randstad. Dat vermindert de traditionele tegenstelling met de handel en financiële dienstenaanbieders in de Randstad. Die hebben vanouds veel invloed op het beleid in politiek Den Haag, terwijl de industrie in de periferie lijdzaam toekijkt.’

‘Het besef is gegroeid dat elke baan in de industrie goed is voor een baan in de dienstensector, tezamen 2 miljoen banen. We begrijpen ook beter dat je onderzoek, ontwerp, engineering en fabricage niet ongestraft uiteen kunt halen. Als je fabricage uitbesteed aan bedrijven over de grens, verliest de productontwikkeling de aansluiting met de productie.’

V Vertaalt dit alles zich in het Haagse topsectorenbeleid?

‘Ik ben voorstander van dat beleid omdat het aanstuurt op samenwerking tussen bedrijven, kennisinstituten en overheden. Maar dat het is opgezet met de leuze ‘Ondernemers aan het stuur’, dat kan toch niet de bedoeling zijn. De samenleving verwacht van de politiek een toekomstvisie op de Nederlandse economie. Dus als we innovatie en bedrijven ondersteunen, moeten daarmee maatschappelijke doelen gediend worden. Bij mij staat duurzaamheid bovenaan het prioriteitenlijstje.’

‘In de vaststelling en de uitwerking van het beleid signaleer ik dat ‘Den Haag’ over sectoren praat zonder bedrijven voor ogen te hebben. Financiële mensen en economen, ook bij Economische Zaken, weten doorgaans bar weinig van hoe het in bedrijven toegaat.

Ze hebben de oogkleppen op van Adam Smith. Die zegt dat marktwerking goed is voor iedereen. Dat vind ik ook, zolang die vrije markt goed geregeld is.’

Bron: Financieel Dagblad 25.06.2013

donderdag 23 mei 2013

Totaalvoetbal en de concurrentiekracht, bestel hier het gratis boekje!

Totaalvoetbal in de Maakindustrie is de in het oog springende titel van een paperback die ik onlangs op mijn bureau aantrof. Ten minste als je enige betrokkenheid hebt met de maakindustrie.

Het boekwerkje is geschreven door Harry van de Vosse en Willem Lenselink. Nooit van gehoord zullen velen van u denken Of toch wel? Beiden zijn eigenaar van Vosteq.
De Vosteq Industry Consulting Group is een onderneming die zich bezighoudt met het ondersteunen van productiebedrijven om te komen tot het maximaliseren van bedrijfsperformance.

Vele industriële oem'ers, systeemleveranciers, toeleveranciers en bedrijven in de proces- en voedingsmiddelen industrie mogen ze tot hun klantenkring rekenen. Het is dus een industriële adviesgroep die inmiddels een jaar of acht bestaat. Totaalvoetbal in de Maakindustrie behandelt de visie van de heren van Vosteq over hoe de Westerse en dus ook Nederlandse productiebedrijven de wereldwijde concurrentiestrijd kunnen aangaan en doorstaan. Geschreven voor en gericht op ondernemers (directie) van bedrijven in de maakindustrie. In 94 pagina's staat helder en overzichtelijk beschreven hoe dit kan worden gerealiseerd. Uiteraard met ondersteuning van de professionals van Vosteq zelf.

Dergelijke uitgaven vind ik altijd wel interessant. Je komt ze gelukkig niet dagelijks tegen. Dergelijke initiatieven zeggen natuurlijk ook al iets over de onderneming. Het getuigt in elk geval van het zich willen onderscheiden.

En dat is in de maakindustrie o zo belangrijk. Je moet als onderneming de kop boven het maaiveld uit durven te steken. Zeker in tijden als het allemaal wat lastiger is om de orderportefeuille gevuld te houden. Bestaande processen en ook gedragingen in het bedrijf moeten dan worden doorbroken om zo een nieuwe horizon te bereiken.

Het is natuurlijk niet zo dat bovenstaand bedrijf het enige is dat aan ondernemers management adviezen en ondersteuning aanbiedt. Er zijn vele spelers op de markt.

Mocht u in elk geval interesse hebben in bovenstaande uitgave, kunt u die aanvragen via de website van Vosteq, www.vosteq.nl. Het boekje krijgt u dan gratis toegestuurd.

Bron: Vraag en aanbod

Auteur:

Rolf Elling


vrijdag 17 mei 2013

Streven naar een plaats in het 'linker rijtje"



Het Centraal Bureau voor de Statistiek maakte deze week wederom bekend dat het conjunctuurbeeld in april nagenoeg even slecht was als in maart 2013. Met evenveel verslechteringen als verbeteringen lijkt het zeer moeizaam te gaan met de Nederlandse economie, waarvan uiteraard de maakindustrie ook onderdeel is.

We zitten inmiddels al weer diep in de maand mei, en er lijkt vooralsnog weinig te veranderen aan deze situatie. Er zijn bedrijven die zich nu al focussen op 2014, waarin het economisch herstel toch echt moet gaan beginnen. Tja, dan is het een kwestie om dit jaar te overleven en de pijlen op volgend jaar te richten.

Maar gelukkig zijn er voldoende maakbedrijven waarmee het ‘gewoon' goed gaat. Waar wil je dan als bedrijf staan. In het linker rijtje om even een voetbalterm te gebruiken. En gelukkig is er een groot aantal Nederlandse maakbedrijven dat in dit linker rijtje staat. Hoe doen ze dit nu. Ik heb daar diverse ideeën over die uiteraard zijn gestoeld op berichten uit de praktijk.

Wat we veel tegenkomen is dat een groot aantal bedrijven de bakens heeft verzet. Ze zijn breder gaan denken, zijn nieuwe markten aan het bedienen. In het begin gaat dit schoorvoetend, maar je ziet veel dat het doorzettingsvermogen op een gegeven moment zijn vruchten af gaat werpen.

Ondernemers zijn hier al geruime tijd mee bezig, soms zijn ze hiermee jaren geleden gestart. Zo zien we bijvoorbeeld bedrijven die zich eerst als jobber profileerden, zich nu veel meer aanbieden als system supplier. Het totale project wordt hierbij, zeg maar, overgenomen waardoor de klant, de oem'er, alle ‘zorgen' uit handen wordt genomen. En klanten vinden dat doorgaans prettig. Vooral de constructieve werkwijze die wordt aangeboden, spreekt de klanten aan.

Het hebben van één aanspreekpunt is slechts een klein simpel voorbeeld. Een dergelijke insteek heeft vaak ook als voordeel dat de kostprijs wat lager uitvalt. En dat is voor beide partijen natuurlijk interessant.

Het geven en bieden van dit pakket aan toegevoegde waarde is niet een ontwikkeling die je niet zo maar even toepast in je onderneming. Het gaat er vooral ook om dat de medewerkers ervan overtuigd raken dat een dergelijke werkwijze tot een beter en positiever resultaat leiden. Het is dus eerst zaak om de medewerkers dit anders denken over te brengen. En, als vanzelfsprekend, moet u als directeur-eigenaar een lichtend voorbeeld zijn.

Bron: Vraag en Aanbod: Rolf Elling