maandag 17 december 2012

Industrie vol in beeld

In de drukke rally naar kerst ben ik deze week op bezoek geweest bij twee voor onze technologische industrie belangrijke ministers: Henk Kamp van Economische Zaken en Lilianne Ploumen, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.
Met minister Kamp heb ik vooral gesproken over het Techniekpact − bedoeld om het tekort aan vakkrachten aan te pakken −, dat wat FME betreft vooral een ‘doe-agenda’ moet worden en niet de zoveelste studiecommissie. Ook het belang van innovatie is aan de orde geweest en het ongelijke speelveld dat onze bedrijven op een aantal terreinen ervaren.

Minister Ploumen, met wie ik een kennismakingsgesprek had, heb ik gevraagd de schakel te zijn voor de technologische industrie, met een veel krachtiger handelspolitiek dan de afgelopen jaren is gevoerd. Ook heb ik haar opgeroepen concreter invulling te geven aan economische diplomatie, de internationale agenda van de topsectoren, goede afstemming en invulling van de strategische reisagenda, internationaal concurrerende exportfinanciering en exportkredietverzekering. Bovendien heb ik haar op het hart gedrukt bij ontwikkelingssamenwerking niet alleen gebruik te maken van de kennis en kunde van onze technologische industrie, maar ook van de innovatieve en kwalitatief hoogwaardige producten die onze bedrijven leveren. Kortom: betrek onze technologische bedrijven bij de internationale samenwerking met ontwikkelingslanden.

Het beeld dat ik aan deze twee gesprekken heb overgehouden is dat beide ministers het belang van een stevige industriële basis goed voor ogen hebben. Deze bewindspersonen zien ook dat we het voor onze verdienkracht in belangrijke mate moeten hebben van innovatie en export door de maakindustrie. En ze willen opkomen voor dat grote belang.

Wel merk ik dat de financiële bewegingsruimte sterk beperkt is. Door de bezuinigingstaak zijn er nauwelijks overheidsmiddelen om iets te doen aan het ongelijke internationale speelveld of aan de ongelijke concurrentiecondities voor onze bedrijven. Er is nauwelijks ruimte voor extra stimulansen voor bijvoorbeeld innovatie.

Daarom is het extra belangrijk goed te kijken waar we het geld aan besteden. Zoals het investeringsfonds van 750 miljoen euro voor ontwikkelingssamenwerking. De minister wil dat fonds in samenwerking met het bedrijfsleven ontwikkelen en heeft FME daarvoor uitgenodigd. U begrijpt dat wij daar graag op ingaan en de belangen van onze industrie optimaal zullen behartigen.

Mijn conclusie na deze twee gesprekken? Industriebeleid is ook bij dit kabinet vol in beeld, maar er is veel creativiteit nodig om dat beleid financieel zodanig handen en voeten te geven dat onze concurrentiekracht wordt versterkt en daarmee de verdienkracht van Nederland wordt vergroot. Er over praten is noodzakelijk, maar doen is beter!

Bron: FME/CWM

Geen opmerkingen:

Een reactie posten